Bosbeheer door wilde hoefdieren – Deel 3

Zouden al deze maatregelen echt helpen?

In De Gelderlander van 18 november jl. (Wild-plan-zet-wolven-uit-op-veluwe-als-middel-tegen-schade-door-zwijnen-en-herten) stond een zeer beknopte samenvatting van Wild ungulates as forest engineers van Juan Ignacio Ramirez Chiriboga. Volgens dit proefschrift schaden wilde zwijnen, herten en reeën de diversiteit binnen de Veluwse bossen. De Provincie Gelderland ziet de jacht als het middel om het tij keren. Volgens Ramirez Chiriboga zijn naast afschot extra maatregelen nodig:

  • meer wolven uitzetten
  • jonge natuurgebieden tijdelijk afsluiten voor wilde hoefdieren
  • het aantal wisenten en Schotse hooglanders verhogen

Zouden deze maatregelen echt helpen? Enerzijds moeten er wilde zwijnen, herten en reeën – wilde hoefdieren! – uit, anderzijds moeten er meer wisenten en Schotse Hooglanders – (half)tamme hoefdieren! – in. Wisenten en Schotse Hooglanders lopen tot nu toe overal keurig binnen heel kleine tot heel grote omrasterde gebieden. De Deense heidekoetjes die her en der het landschap mogen stofferen, de Sayaguesarunderen en Exmoor pony’s ook. De tamme grazers worden geacht open terreinen open te houden, maar even zo vrolijk vreten zij in het bos blad en twijgen van de o zo kostbare en kwetsbare (loof)boompjes.

Ook (half)tamme grazers zoals wisenten kortwieken het jonge loofhout behoorlijk drastisch – Foto: ©Yvonne Arentzen

Ook (half)tamme grazers zoals wisenten kortwieken het jonge loofhout behoorlijk drastisch – Foto: ©Yvonne Arentzen

Biodiversiteit en schade

Bij warm weer zoeken Schotse Hooglanders graag verkoeling in water, waar ze dan vaak heel lang in blijven staan. In de voedselarme vennen kunnen ze dan ondertussen makkelijk mest deponeren, waarmee ze het plaatselijke milieu ‘verrijken.

Bij warm weer zoeken Schotse Hooglanders graag verkoeling in water - Foto: ©Louis Fraanje

Bij warm weer zoeken Schotse Hooglanders graag verkoeling in water – Foto: ©Louis Fraanje

Tijdens hun wandeling naar de vennen vertrappen ze gemakkelijk kwetsbare oevervegetatie, waar vaak zeldzame organismen als vlinders en libellen van afhankelijk zijn.
De schade aan een reeks platgestampte plantjes reikt veel verder dan de schade aan alleen die plantjes. Is het verhogen van het aantal Schotse Hooglanders dan wel goed voor de biodiversiteit? En… met hun hoeven brengen al die runderen geen schade toe aan de strooisellaag, wanneer ze het bos opzoeken om daar hun kostje bij elkaar te grazen?

Knabbelende wisenten

In Duitsland lopen in de regio Wittgenstein (Sauerland) sinds 2013 wisenten vrij rond door de bossen. Het initiatief hiervoor kwam van de inmiddels overleden prins Richard zu Sayn-Wittgenstein-Berleburg, die ‘wilde natuur’ wilde hebben op zijn niet-omheinde grootgrondbezit (meer dan 130 km2). De dieren blijven echter niet binnen de hen toebedachte ruimte, maar zwermen uit naar aangrenzend gebied.

Tot grote ergernis van sommige bosboeren in Sauerland, knabbelen de dieren graag aan bomen (met name beuken). Her en der is de schade zo ernstig, dat bomen ten dode opgeschreven zijn

Natuur(on)vriendelijke praktijken

Op die manier wordt het wel erg lastig een gezond bos inclusief belangrijke zaadbomen aan de volgende generatie bosbouwers door te geven. Overigens hadden deskundigen niet verwacht, dat de wisenten zich met zoveel plezier op de bomen zouden storten… Grote vraag: waarom schillen de dieren de bomen zo intens? En hoe zit het met de levensvatbaarheid van bomen die (nog niet) rondom geschild zijn? Uiteraard is terrein A niet één op één vergelijkbaar met terrein B en populatie A niet met populatie B, maar het lijkt mij geen slechte zaak eerst meer te weten te komen over de natuur(on)vriendelijke praktijken van wisenten alvorens er meer van los te laten op de Veluwe.

Wisenten binnen een stevige hekwerk in Natuurpark Lelystad – Foto: ©Yvonne Arentzen

Lerend beheren

Wanneer er dan toch – in het kader van lerend beheren – meer van deze ruimhartig gesubsidieerde ‘natuurverrijkende iconische kolossen’ moeten komen, lijkt het mij niet verstandig ze buiten rasters te laten rondbanjeren. Op veel Veluwse wegen waar de snelheidslimiet van 60 km/uur geldt, trappen veel weggebruikers vaak het gaspedaal (veel) te ver in. Een botsing met een wisent wil je niet – en overleef je hoogstwaarschijnlijk ook niet. Ik zwijg dan nog over de ellende, die een aangereden – en zeer waarschijnlijk ernstig gewonde – wisent moet doorstaan, voordat het einde verhaal is.

Faunapassage Woeste Hoeve over snelweg A50 – Foto: ©Yvonne Arentzen

Faunapassage Woeste Hoeve over de snelweg A50 – Foto: ©Yvonne Arentzen

Afsluiten en versnipperen

Net nu sinds ruim drie decennia de versnipperde Veluwe dankzij de bouw van peperdure faunapassages meer en meer ontsnipperd raakt, komt onderzoeker Ramirez Chiriboga met het lumineuze idee op de proppen jonge natuurgebieden tijdelijk af te sluiten voor wilde hoefdieren. Concreet betekent dit: we gaan weer lekker aan het versnipperen, want we plaatsen hoge rasters rondom grote stukken terrein, waar jonge loofbomen en struikgewas de kans moeten krijgen ‘ongestoord’ groot te worden. Voor de grote hoefdieren krimpt daardoor het te benutten leefgebied. Bij een gelijkblijvend aantal herten, reeën en zwijnen blijft per dier minder rantsoen over, want ze moeten met meer hongerige mondjes op de verkleinde oppervlakte leefgebied het voedsel delen.

Omdat al deze dieren toch graag een hapje willen – en om te kunnen overleven: zullen moeten – blijven eten, zullen ze andere, in eerste instantie minder favoriete voedselbronnen gaan aanspreken. De graasdruk elders in het leefgebied neemt daardoor toe, en daarmee bestaat er (nog) meer (kans op) vraatschade aan economische gewassen (landbouwgewassen, houtopstanden); landbouwgewassen staan slechts een aantal maanden van het jaar op de akker, dus wanneer deze geoogst worden, valt er voor de wilde hoefdieren – overigens ook voor andere in het wild levende dieren – tussentijds een voedselbron weg. Hierdoor zal de graasdruk binnen natuurgebieden maandenlang nog weer wat groter zijn. Boer en bosbouwer zijn daar niet blij mee (inkomstenderving) en zullen terecht protesteren. Als tegemoetkoming blijven er feitelijk maar twee maatregelen over:

  1. boer en bosbouwer compenseren voor de geleden schade – en dat jaar in, jaar uit
  2. afschot om de populaties wilde hoefdieren aan te passen aan en in overeenstemming te brengen met het voedselaanbod in de daadwerkelijk nog beschikbare oppervlakte leefgebied
Hongerig happend mondje – Foto: ©Yvonne Arentzen

Hongerig happend mondje – Foto: ©Yvonne Arentzen

Zoals gezegd zet de Provincie Gelderland in op de jacht. Onderzoeker Ramirez Chiriboga noemt het uitzetten van meer wolven als maatregel.

Maar klopt het beeld dat de wolf met het opruimen van grote hoefdieren de wegbereider is van het toekomstbestendige bos, dat tegen de opwarming van de aarde is opgewassen wel? Het toekomstbestendige bos is bedacht door beleidsmakers in de bosbouw, niet door de wolf. Wat de wolf teweeg kan brengen met het inkrimpen van de wilde-hoefdierenstapel lijkt fantastisch, maar de huidige kennis hierover is gebaseerd op onderzoek dat zich over slechts enkele jaren uitstrekte.

De lange-termijneffecten zijn nog helemaal niet duidelijk, want er heeft nog geen (decennia)lange monitoring plaatsgevonden! Goed onderzoek is een kwestie van lange adem, zoals ik vorig jaar in mijn lange reeks Veldwerk op De Hoge Veluwe heb aangegeven. Daar moet maar net geld voor vrijgemaakt kunnen worden. En men moet het maar net willen zulk onderzoek heel lang vol te houden.

Wat nu bekend is uit korte onderzoeken hoeft niet voor alle gebieden en voor alle situaties te gelden. Gebied A is gebied B niet. En de situatie van nu kun je niet één op één kopiëren naar de toekomst, want hoe zal het bos er over een slordige 40 jaar uitzien en hoe zullen planten en dieren reageren op permanent hogere temperatuurgemiddelden dan die er nu gelden?

Hoe zal dit bos er over enkele tientallen jaren uitzien? – Foto: ©Yvonne Arentzen

Hoe zal dit bos er over enkele tientallen jaren uitzien? – Foto: ©Yvonne Arentzen

Gedrag aanpassen

Vinden edelherten minder hoogwaardig voedsel, zal dit doorwerken in hun conditie (die wordt minder) en hun ‘pakkans’ (die wordt groter). Wolven zouden daar dan goed garen bij kunnen spinnen, maar wanneer de ‘voorraad’ edelherten op begint te raken, moeten zij er meer moeite voor doen een edelhert te pakken te krijgen. Dat hert is in slechtere conditie, levert daardoor minder gewicht en minder hoogwaardig voedsel op, dus de wolf zal eerder op jacht moeten om zijn honger te stillen. De edelhertenstand wordt lager, maar betekent dit, dat de wolf bij gebrek aan goed voedsel minder welpen ter wereld zal gaan brengen? Er lopen immers makkelijk te pakken alternatieven rond: vee – en dat loopt binnen een omheining, waardoor het (niet snel) kan ontsnappen. De wolven kunnen hun gedrag dan gaan aanpassen aan de omstandigheden: overdag veilig teruggetrokken in de natuur en ‘s nachts ‘naar de snackbar’ (veehouderijen nabij, aan de rand van of zelfs in dorpen).

Snackbar voor wolven? – Foto: ©Yvonne Arentzen

Snackbar voor wolven? – Foto: ©Yvonne Arentzen

Oorzaak en gevolg 

Ook de andere kant op zal er een effect optreden. De herten die zich wel kunnen aanpassen aan een kariger dieet kunnen door het wegvallen van soortgenoten meer eten, want wanneer de stand lager is geworden, komt er voor hen weer wat meer voedsel vrij. Wanneer hun conditie daardoor beter wordt, zal het voortplantingssucces groter (kunnen) worden, ofwel: meer hindes en overjarige smaldieren zullen een kalf ter wereld kunnen brengen. Resultaat: de stand zal kunnen toenemen. Meer edelherten dus. En dat betekent weer meer hongerig happende mondjes in het bos. Simpel. Nou ja, simpel… In de natuur vinden vaak gelijktijdige veranderingen plaats en onduidelijk is, wat toevallig tegelijkertijd gebeurt en wat daadwerkelijk een kwestie van oorzaak en gevolg is.

Moet je meer wolven uitzetten om het aantal edelherten in toom te houden? Waar moet je dat dan doen? Niet in het territorium van al gesettelde wolven en hun nakomelingen, want die maken korte metten met de nieuwkomers. En wat zet je uit? Een vrouwtje dat een partner moet zien aan te lokken? Of een mannetje, dat met een van de welpen van het reeds gesettelde gezin een setje moet gaan vormen?

Lees ook: Wolven als wilde-hoefdierbeheerders – Deel 1

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2019/12/25/bosbeheer-door-wilde-hoefdieren-deel-3-slot/