Het geheim van de adelaarsvaren

De meest voorkomende varen-soort in de streek is ongetwijfeld de adelaarsvaren

De bossen in de Gelderse Vallei zijn op het ogenblik prachtig. De bomen zitten goed in het blad. De beuken hebben uitbundig gebloeid. De mannelijke stuifmeelbolletjes liggen massaal op de paden. Aan paar laaghangende beukentakken ontdekten we veel bolsters, waarin de beukennootjes komen te zitten: het belooft, bij voorbaat, een goed beukennotenjaar te worden. Grote delen van het Schaffelaarsebos en de landgoederen Klein Bylaer en het Paradijs zijn bedekt met adelaarsvarens.

Met enige verbazing hebben we naar weelderige groei van deze varens gekeken. De planten hebben geprofiteerd van het warme vochtige weer van de laatste tijd. Deze keer wat meer over de bekende adelaarsvaren. In de afgelopen tijd zijn de spiraalvormige bladeren massaal tot ontwikkeling gekomen uit lange wortelstokken. Het blad van de adelaarsvaren ziet er mals uit, maar het kan voor huisdieren giftig zijn. Koeien, schapen en konijnen eten er niet van, want ze vinden het niet lekker.

Bospad met adelaarsvarens op het landgoed Paradijs bij Barneveld. De adelaarsvarens groeien graag in de vochtige bossen van de Gelderse Vallei. In de bosbodem zit een netwerk van wortelstokken. De wilde zwijnen op de Veluwe zouden hier wel raad mee weten. Ze graven de wortelstokken namelijk op om ze op te eten.– Foto: ©Gerrit de Graaff

Bospad met adelaarsvarens op het landgoed Paradijs bij Barneveld. De adelaarsvarens groeien graag in de vochtige bossen van de Gelderse Vallei. In de bosbodem zit een netwerk van wortelstokken. De wilde zwijnen op de Veluwe zouden hier wel raad mee weten. Ze graven de wortelstokken namelijk op om ze op te eten – Foto: ©Gerrit de Graaff

Veel soorten varens

In de Gelderse Vallei groeien een stuk of vijftien soorten varens: in bossen, op oude muren en in moerassen. In ons koele klimaat sterven de bladeren van de meeste varens, onder andere de adelaarsvaren, in de winter af en worden in het voorjaar vervangen door nieuwe. Varens vermeerderen zich door sporen in plaats van zaden.

De sporen worden bij de meeste varensoorten gevormd aan de onderzijde van de bladeren. Als de stoffijne sporen op vochtige grond terecht komen, ontwikkelen ze zich tot een kleine voorkiem. Dat wordt ‘prothallium’ genoemd. Het is een klein groen blaadje, van ongeveer een halve centimeter doorsnede, dat mannelijke en vrouwelijke organen heeft. Onder vochtige omstandigheden heeft hier een bevruchting plaats, waarbij de mannelijke geslachtscellen zich verplaatsen via op het ‘prothallium’ gelegen waterdruppels. Als alles goed gaat groeit het bevruchte vrouwelijke orgaan uit tot een jonge varenplant. Miljoenen sporen van de varens worden door de wind meegevoerd, maar een klein aantal komt op een goed plekje terecht.

De krachtige adelaarsvaren komt ieder voorjaar prachtig gekruld uit de bosbodem van de streek tevoorschijn.

De krachtige adelaarsvaren komt ieder voorjaar prachtig gekruld uit de bosbodem tevoorschijn – Foto: ©Gerrit de Graaff

Een lekkernij voor zwijnen

In alle bossen van de streek groeien adelaarsvarens op voedselarme, kalkarme zandgrond. Op dit ogenblik zijn ze mooi groen, maar straks in de herfst beginnen ze geel te verkleuren(foto). Later zullen ze tot de grond toe afsterven. Het is een mooi gezicht als de zon door de lichtgroene, dubbel geveerde bladeren, schijnt. In de winter liggen de adelaarsvarens verdord op de dikke laag van voorgaande jaren. In de maand mei komen ze weer prachtig gekruld door het verdorde materiaal te voorschijn.

Adelaarsvarens vermeerderen zich meestal door lange wortelstokken, vandaar dat ze zich op veel plaatsen massaal door de bossen van de Gelderse Vallei hebben kunnen verspreiden. In de bosbodem zit dan een netwerk van wortelstokken. Het is moeilijk om adelaarsvarens in de bossen uit te roeien vanwege de wortelstokken. Maar wie gaat er nu adelaarsvarens uitroeien?In de Veluwse bossen worden de adelaarsvarens binnen de perken gehouden door de wilde zwijnen. Ze wroeten de groeiplaatsen overhoop op zoek naar verse wortelstokken. Dit schijnt voor deze dieren een lekkernij te zijn. Op beschutte plaatsen kunnen adelaarsvarens, met steun van boomtakken, soms wel drie of vier meter hoog worden. De sporen van deze varensoort zitten in een dunne lijn langs de onderrand van het blad.

De adelaarsvaren heeft een mooie herfstkleur en sterft daarna tot de grond toe af om in het voorjaar weer opnieuw uit te lopen.

De adelaarsvaren heeft een mooie herfstkleur en sterft daarna tot de grond toe af om in het voorjaar weer opnieuw uit te lopen – Foto: ©Gerrit de Graaff

De adelaar in de steel

Het geheim van de adelaarsvaren zit in de steel: de beeltenis van een adelaar is namelijk te ontdekken in de rangschikking van de vaatbundels in de steel. Als je in de herfst de steel aan de voet, een stukje in de grond, doorsnijdt is het te zien. Bij de ene steel is ‘de adelaar’ mooier van vorm dan bij de andere. Ik heb met een scheermesje een heel dun plakje afgesneden, dat nat gemaakt en tegen een raam geplakt. Daarna is bijgaande foto gemaakt. Met een beetje fantasie zijn de kop, de poten en de hoekige vleugels van ‘de adelaar’ zijn te zien. Probeer het ook maar eens. Het kan nu nog niet, want de stelen zijn nog te jong. De stelen van de adelaarsvaren beginnen te verkleuren in de herfst. Onthouden!

In de steel van de adelaarsvaren is de beeltenis van de adelaar te ontdekken– Foto: ©Gerrit de Graaff

In de steel van de adelaarsvaren is de beeltenis van de adelaar te ontdekken – Foto: ©Gerrit de Graaff

Ook gepubliceerd in: Barneveldse Krant  23-06-2018 –  Aflevering 619

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2018/07/04/het-geheim-van-de-adelaarsvaren/