Fladderende vlinders en een buitenbeentje

Rondom het huis met camera en kijker… 

Vooral nu met het mooie zomerweer is het echt heerlijk om  eens gewoon bij je eigen in de buurt  eens rond te koekeloeren, vooral nu de vlinders weer actief zijn en dan met name op de vlinderstruiken, zoals de buddleja, daar was het bijna allemaal dagpauwoog wat er vloog!
En… met een beetje geluk ontdekten wij ook de Atalanta, Gehakkelde Aurelia en Koolwitje, met als bijvangst een prachtige Bruinrode Heidelibel.

Zeer opvallend zijn de oogvlekken op voor- en achtervleugel van de dagpauwoog - Foto: ©Louis Fraanje

Zeer opvallend zijn de oogvlekken op voor- en achtervleugel van de dagpauwoog – Foto: ©Louis Fraanje

Dagpauwoog

De dagpauwoog is één van de bekendste Europese dagvlinders en wordt door menigeen vaak in de tuin op velerlei typen bloemen gezien. Zeer opvallend zijn de oogvlekken op voor- en achtervleugel waardoor deze schoenlapper met geen ander familielid kan worden verwisseld. De onderkant van de vleugels is bijna zwart en enigszins glanzend.
De dagpauwoog komt algemeen voor in velerlei biotopen, vooral in verruigde delen van graslanden, grens- en pionier-vegetaties, ook veel in de stedelijke gebieden.

De atalanta is een prachtige verschijning die niet met andere soorten kan worden verwisseld - Foto: ©Louis Fraanje

De atalanta is een prachtige verschijning die niet met andere soorten kan worden verwisseld – Foto: ©Louis Fraanje

Atalanta

De atalanta is een trekvlinder die in ons klimaat alleen in uitzonderlijk zachte winters kan overwinteren. Vanuit Zuid-Europa trekken de vlinders ieder jaar gedurende enkele generaties richting noorden. In goede trekjaren kan deze vlinder vrijwel overal worden gezien. Ook in bloemrijke tuinen en parken worden ze veel gezien. Het is een prachtige verschijning die niet met andere soorten kan worden verwisseld.

De eitjes worden afgezet op brandnetel (Urtica) op zonnige maar niet de droge locaties. De rups leeft in een uit één of meerdere bladeren samen-gesponnen hangend tuitje op de brandnetel. Ze zitten alleen of hooguit in kleine groepen. Er worden geen spinselnesten gevormd. De rups van de atalanta is zeer variabel. Hij kan geel met zwarte vlekken zijn, maar ook helemaal donkerbruin tot zwart. Ook de verpopping vindt plaats in een tuitje van bladeren. De vlinders hebben veel nectar nodig. Ze bezoeken hiervoor niet alleen bloemen, maar ook rottend fruit. In de oogsttijd zijn ze regelmatig in boomgaarden te vinden. Ook het hars op bloedende bomen weten ze snel te vinden.

De gehakkelde aurelia vlinder is tamelijk algemeen - Foto: ©Louis Fraanje

De gehakkelde aurelia vlinder is tamelijk algemeen – Foto: ©Louis Fraanje

Gehakkelde aurelia

Vleugels puntig en hoekig, bovenzijde roodbruin van kleur soms met lichtere, geblokte zoom. Onderkant effen donkerbruin met in het midden van de achtervleugel een helder witte C.
De vlinder is tamelijk algemeen in bosrijke omgeving op vochtige plekken; verspreid, maar nooit talrijk, in de nazomer ook in tuinen.
De gehakkelde aurelia overwintert als volwassen vlinder. Al in maart verlaten zij hun overwinteringsplaats. De soort gebruikt naast de brandnetel ook hop, iepen, wilgen, aalbes en kruisbes als voedselplant. De eieren worden één voor één gelegd tot een maximum van ruim 300. De bruine rups met een wit rugvlak vertoont in rusthouding mimicry met vogelpoep.

Het klein koolwitje vliegt in meerdere generaties per jaar - Foto: ©Louis Fraanje

Het klein koolwitje vliegt in meerdere generaties per jaar – Foto: ©Louis Fraanje

Klein koolwitje

Het klein koolwitje komt voor in alle habitattypen waar ook zijn waardplanten aangetroffen kunnen worden. Je kunt hem tegenkomen in tuinen, parken, graslanden, op de heide en in bossen. Naast een breed spectrum van kruisbloemigen worden de eitjes ook afgezet op reseda-soorten. De rupsen groeien zeer snel en kunnen onder gunstige omstandigheden al na twee weken verpoppen. De pop is een gordelpop. De pop overwintert. Het klein koolwitje vliegt in meerdere generaties per jaar. Het aantal generaties hangt af van de geografische ligging en hoogte van het vliegterrein en de duur van de zomer.
(Bron: Soortenbank.nl)

Een jong mannetje Bruinrode heidelibel - Foto: ©Louis Fraanje

Een jong mannetje Bruinrode heidelibel – Foto: ©Louis Fraanje

Bruinrode heidelibel

De Bruinrode heidelibel is een veelvoorkomende libel met een rood of geel achterlijf. Een onderscheid met de Steenrode heidelibel is dat de Bruinrode heidelibel geen zogenaamde ‘hangsnor’ heeft: de zwarte streep bij de ogen loopt niet langs de oogranden naar beneden. De libel heeft een voorkeur voor stilstaande wateren en is ook vaak in tuinen te vinden.

Mannetje

Mannetjes van de Bruinrode heidelibel hebben een roodbruine kleur met bruine ogen. De rode kleur is echter nooit zo felrood als bij de Bloedrode heidelibel. Een ander verschil is dat de Bruinrode heidelibel een gele streep op de poten heeft, die de Bloedrode heidelibel niet heeft.
De vrouwtjes van de Bruinrode heidelibel zijn geel en hebben zwarte poten met een gele streep. Oude vrouwtjes krijgen een roodbruine / bruingrijze kleur.

(Bron: Natuur dichtbij)   – Met dank aan Tjerk Busstra

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2022/07/12/fladderende-vlinders-en-een-buitenbeentje/