Van klein naar kleiner, tot de allerkleinste…
Misschien deed het roodborstje wel zijn uiterste best om ons op wat voor manier in de gaten te kunnen houden, want hij zat telkens ‘eerste rang’, soms op de onmogelijkste plekjes, maar hij hipte van tak tot tak op een handige gewiekste manier vloog hij tussen de wirwar van takken en braamstengels. Toen hij tenslotte op een redelijk mooie plek was geland, had hij recht voor zijn buikje langs zo’n scherpe braamstengel, maar als een ware acrobaat balanceerde hij op een dwarsliggende stengel.
Het roodborstje zat voortdurend eerste rang, om alles goed in de gaten te houden – Foto: ©Louis Fraanje
Winterkoninkje en Klein Jantje
Het kleine winterkoninkje staat zijn mannetje wel. Met zijn 9 of 10 centimeter lengte is de winterkoning een van de kleinste vogels van Nederland. Het is echt geen zielig vogeltje. Hij wordt ook ‘Klein Jantje’ genoemd en lijkt daardoor wel extra fel te zijn.
Vroeger hadden we in Ede bosbaas Jan Versteeg, met een relatief klein postuur, maar wel fanatiek in zijn optreden. Mede daardoor kreeg hij onder de bosarbeiders de bijnaam het ‘winterkoninkje’, wat eigelijk ook best wel heel toepasselijk was, omdat hij dus Jan heette en klein was!
Het winterkoninkje had zich zelfs heel erg goed verstopt tussen het riet – Foto: ©Louis Fraanje
Kleinste vogeltje
Het goudhaantje wordt slechts 8,5 cm groot, bij een gewicht van 4 tot 7 gram. Daarmee is deze vogel, samen met het nauw verwante vuurgoudhaantje de kleinste Europese vogelsoort. De vogel heeft een tere snavel met een neusopening die bedekt is met veerborstels. Het bruingrijsgroene verenkleed is heel dicht met een zwart omzoomde kruinstreep, die bij het mannetje meer oranje en bij het wijfje geel is.
Het goudhaantje is het kleinste vogeltje hier bij ons in Nederland – Foto: ©Louis Fraanje
Voor zo’n heel klein vogeltje valt het zeker niet mee in de sneeuw – Foto: ©Louis Fraanje
In de winter
In Nederland en België komen goudhaantjes het gehele jaar voor. De aantallen die in de winter in Nederland waargenomen worden, vertonen sinds 1990 een geleidelijk afnemende trend van meer dan 5% per jaar. Met de broedvogels ging het tot ongeveer 2005 steeds beter, maar daarna daalden de aantallen, ook met meer dan 5% per jaar. De Sovon-telling periode 2013-2015 in Nederland kwam uit op tussen de 45.000 en 75.000 broedparen.
Heel verbaasd kijkt het tweebenige vogeltje naar die hele grote tweebenige vreemde vogels – Foto: ©Louis Fraanje
Een klein kleurrijk vogeltje in die grote witte wereld – Foto: ©Louis Fraanje
Tenslotte
Waar het allemaal wel niet toe kan leiden, als je je verdiept in het leven van de vogels, al is dit nog maar een hele kleine selectie, uit al die duizenden en nog eens duizenden soorten. Maar dat maakt ons in principe niet zoveel uit, de verwondering blijft bij het zien van onze gevederde vrienden in bos en veld!
Slot
