De dilemma’s van een natuurbeheerder – Deel 2

De dekking voor het wild verdwijnt als sneeuw voor de zon

Natuur is voor veel mensen zoiets als de supermarkt waar je je boodschappen doet: je scoort er een poosje plezier en gaat – vaak zoals gewenst met een fijn gevoel – naar huis. Wat er achter de schermen gebeurt doet er niet toe; zolang de vakkenvullers (natuurbeheerder) de schappen (het natuurterrein) maar gevuld hebben met leuke aanbiedingen (onder andere wandel- of fietsroutes) is de consument tevreden.

Zomaar wat aanbiedingen – Foto: Anja Arentzen

Zomaar wat aanbiedingen – Foto: Anja Arentzen

Geldstromen

Als natuurbeheerder loop je tegen heel wat zaken aan waar de mensen die in jouw terrein recreëren in de verste verte niet aan denken. Jou kost het onderhoud en beheer van een natuurterrein bakken vol geld en je krijgt er weinig voor terug. Anderen profiteren wel volop van jou. De overheid incasseert belasting, de naburige horeca verdient aan de verkoop van hapjes, drankjes en diners, de vakantieparken wat verderop verdienen aan verhuur van bungalows en/of campingplaatsen, de plaatselijke supermarkteigenaar kan zijn dorpswinkel in de benen houden dankzij het geld dat de extra klanten van buitenaf bij hem besteden. Jij bent als natuurbeheerder de spin in het web van werkgelegenheid. Je bent indirect verantwoordelijk voor heel wat banen. Volhouden dus. De overheid wil jouw centen niet mislopen en de recreanten willen hun speeltoneel voor geen goud kwijt.

Een van de vele campings op de Veluwe - Foto: Anja Arentzen

Een van de vele campings op de Veluwe – Foto: Anja Arentzen

Open terreinen voor vee en bezige bijtjes

Om niet failliet te gaan zul je wat geld uit je natuurterrein moeten zien te halen, een beetje winst zien te draaien. Aan open terrein in de vorm van stuifzand of een grasvlakte verdien je geen rooie cent. Wanneer je de grasvlakte niet beheert, zal deze gaandeweg dichtgroeien met bos, als de zaailingen tenminste genoeg licht krijgen en het gras dus niet al te hoog is. Hoe houd of krijg je gras kort? Zet er koeien en/of paarden op. Verpacht de grond aan een (hobby)boer en ‘verkoop’ dit als natuurtechnische begrazing. Kassa! Zoiets bespaart jou ook nog eens aardig wat centen aan hekwerk rondom de ‘maaimachines op hoeven’. De (hobby)boer stel je aansprakelijk voor het binnenboord houden van zijn beestenspul.

Natuurtechnische grazer - Foto: Yvonne Arentzen

Natuurtechnische grazer – Foto: Yvonne Arentzen

Half-natuurlijk landschap

Voor’raat’kasten voor een streekproduct - Foto: Yvonne Arentzen

Voor’raat’kasten voor een streekproduct – Foto: Yvonne Arentzen

Dan heb je nog een paar heideveldjes. half-natuurlijk-landschap, in een grijs verleden ontstaan door toedoen van de mens en daardoor alleen in stand te houden met actief beheer. Dat betekent om de zoveel tijd plaggen, maaien en/of branden. Dat kost geld.

Het gras tussen de heidestruiken kun je onder de aandacht brengen van (nog weer) een (hobby)boer, die geen of niet genoeg eigen grond heeft voor zijn koeien en/of paarden. Zo kan de kassa opnieuw rinkelen.

Zijn er misschien ook imkers te vinden, die bereid zijn tegen betaling bijenkasten te plaatsen? Lukraak schapen op de heide loslaten is niet zo’n slim idee; wanneer die blaatbeestjes de jonge topscheuten wegvreten blijft er uiteindelijk van de hei weinig tot niets meer over. En dan groeten de imkers die het streekproduct heidehoning willen afzetten je ook voor de laatste keer.

Bos met wroeters en vreters

Uit het bos kun je gelukkig hout oogsten. Levert dat ten minste nog iets substantieels op. Dat bos moet natuurlijk wel kunnen groeien. En laten de wilde zwijnen en de edelherten dat mooie bos van jou nou net het einde vinden: een tenminste nog enigszins rustig toevluchtsoord om die lawaaipapegaaien van toeristen te vermijden. Daar zitten ze dag in dag uit. Alleen ‘s avonds maken ze even een ommetje. En wroeten en vreten dat ze doen!

’s Avonds gaan ze op pad - foto: Anja Arentzen

’s Avonds gaan ze op pad – Foto: Anja Arentzen

Als sneeuw voor de zon 

De zwijnen leggen weliswaar mooie zaaibedjes aan voor spontane opslag, maar die dekselse edelherten hebben intussen het loofhout al zodanig teruggesnoeid, dat ze er geen blaadje of twijgje meer van af kunnen halen en hun toevlucht nemen tot… juist ja, de piepjonge boompjes die dankzij de nijvere zwijnen een kans hadden gekregen hun top boven het maaiveld uit te steken. Met lede ogen zie je de coulissen rond de heidevelden, de dekking voor het wild, de nestgelegenheid voor de vogels en heel wat voedsel voor hapgrage mondjes als de spreekwoordelijke sneeuw voor de zon verdwijnen.

Lees ook: De dilemma’s van een natuurbeheerder – Deel 3

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2020/07/01/de-dilemmas-van-een-natuurbeheerder-deel-2/