Een beetje verliefd op meester Gazenbeek

Het onderstaande verhaal, geschreven door voormalig redactielid Lily Verschuur, gaat over een oud leerling van Jac. Gazenbeek, toen hij als onderwijzer voor de klas stond in Bennekom. Deze oud-leerling is inmiddels overleden, maar haar verhaal over de ‘schooltijd’ bij meester Gazenbeek, is interessant genoeg om bewaard te blijven!

Het is gepubliceerd in juli 1999 in ons toenmalige kwartaalblad “De Veluwenaar” van de Jac. Gazenbeekstichting.

_______________________________________________________________________________________________

Maartje Ansink- Westermaat – Foto: ©JGS

Maartje Ansink-Westermaat (87) in Bennekom:

Jac. Gazenbeek geniet vooral bekendheid als journalist en als schrijver van tal van boeken en artikelen over de Veluwe. Maar vóór hij zich daarvoor volledig vrij maakte, was hij onderwijzer op een aantal openbare lagere scholen in de gemeente Ede.

De eerste, nu precies tachtig jaar geleden,
was die aan de Schoolstraat in Bennekom, toen nog in het gebouw waar in 1921 de hervormde school werd ondergebracht. Opnieuw zochten we een van zijn oud-leerlingen op, de nu 87-jarige mevrouw M. Ansink-Westermaat. Zij is de derde en oudste in deze serie. De twee vorige verhalen betroffen oud-leerlingen van de (toen openbare) school in De Valk, waar Gazenbeek na zijn
Bennekomse periode, vanaf 1921, les ging geven.

Een schoolfoto uit 1918-1919. Twee leerkrachten van de openbare school aan de Schoolstraat in Bennekom, jufrouw
Six Dijkstra en meester Jac. Gazenbeek, en 28 leerlingen. Het meisje met de blonde krullen en de armen strak over elkaar is Maartje Westermaat. (Zie foto onder.)

Ze heet nu al weer meer dan zestig jaar mevrouw Ansink. In november 1998 verhuisde ze, inmiddels vijf jaar weduwe, naar het woon- en zorgcentrum Beringhem in Bennekom. In haar kamer in Beringhem, direct naast de hoofdingang, probeert de nu 87-jarige mevrouw Ansink-Westermaat aan de hand van die tachtig jaar oude schoolfoto terug te gaan in de tijd. “Ik weet niet zo veel meer van lang geleden,’’ zegt ze, maar kijkend naar dat beeld van lang geleden komen toch steeds weer brokjes herinnering boven. “Ik ben op 20 maart 1912 geboren en ik moet daar dus zeven jaar zijn geweest. Ik weet ook dat ik èn bij juffrouw Six Dijkstra èn bij meester Gazenbeek in de klas heb gezeten.’’

Linkshandig

Het wil haar niet meer te binnen schieten welke klas ze tweemaal heeft gedaan. Maar wel dat het bij Jac. Gazenbeek was. “En daarom vond ik het helemaal niet erg om te blijven zitten, want ik was eigenlijk een beetje verliefd op hem. Het was echt een aardige meester. Ik hield alleen niet zo van rekenen, taal of aardrijkskunde. En trouwens evenmin van naaien of breien.’’ Voor een deel komt dat, zo veronderstelt ze, omdat ze linkshandig is. “En in die tijd werd je nog gedwongen om rechts te schrijven en te handwerken. Dat kon ik niet goed en daardoor had ik een hekel aan al dat schoolwerk’’. Kinderen uit hogere klassen moesten vaak de sommen nakijken van de jongere kinderen.

“Mijn man Henk, die twee jaar ouder was dan ik, heeft me later vaak verteld dat hij mijn schoolwerk moest bekijken en dat ik nog wel eens fouten maakte met rekenen. Ik zei dan: waarom heb je niet gewoon gezegd dat ze goed waren? Maar dat zou hij nooit hebben gedaan.’’ Wat vond ze wel leuk in die jaren? Mevrouw Ansink hoeft er niet lang over na te denken. ”Hinkelen en touwtje springen, dat soort dingen.’’

Harde klap

Ze bestudeert nog eens die oude klassenfoto. Kinderen met ernstige gezichtjes, verscheidene van hen inmiddels  overleden. Linksvoor op de knieën Kees van de Koogh, die nu nog aan de Schoolstraat woont. Daarachter twee
broertjes met de armen strak om elkaar heen. ,,Dat waren Bertus en Evert Dirksen. Ze zaten direct achter mij in
de klas. Op een dag zaten ze zo te kletsen, dat ik me heb omgedraaid en ze met de hoofden tegen elkaar heb geslagen. ‘Opletten wat de meester zegt,’ zei ik. Dat gaf me toch een harde klap en toen waren ze wel stil. Maar of dat nou
bij Gazenbeek was of bij een ander…?”

Nu, tachtig jaar later, kan mevrouw Ansink nog altijd gniffelen om haar spontane uitbarsting van toen, maar ze heeft geen idee meer hoe de leerkracht voor de klas er destijds op heeft gereageerd.
“Er waren ook twee meisjes uit Renkum in de klas. Ik droeg meestal lichte kleren, maar zij waren altijd in het donker en hadden lange rokken. Ik weet nog dat ik het toen een beetje boerse kinderen vond, maar hun namen ben ik kwijt.’’

Een klassenfoto van de openbare school in Bennekom uit (waarschijnlijk) 1919. Maartje (Ansink-)Westermaat staat rechts, in een lichte jurk en met de armen over elkaar. Rechtsachter met de strohoed is meester Jac. Gazenbeek – Foto: ©Archief Jac. Gazenbeekstichting.

Wandelen

Soms, zo is ook uit die Bennekomse onderwijsperiode bekend, spoorde meester Gazenbeek zijn leerlingen wel eens aan om na schooltijd met hem de natuur in te trekken Van één ding is mevrouw Ansink zeker en dat is, dat zíj in ieder geval nooit met Gazenbeek mee is geweest op de wandelingen naar het bos, die hij met groepjes geïnteresseerde kinderen maakte. Ze weet ook niet of dat in haar klas ooit is gebeurd.

“Mijn man, die ook nog van meester Gazenbeek les heeft gehad, heeft er evenmin ooit iets over verteld. Hij zou er trouwens geen tijd voor hebben gehad, want hij moest meteen na school thuis meehelpen. Zijn vader was onder meer nachtwaker en lantaarnopsteker. Mijn man was ook graag meester geworden, maar er was geen geld om hem te laten leren. Het was een groot gezin. Hij is wel een paar keer op schoolreisje geweest; naar de Renkumse beek en naar Sonsbeek. Zelf kan ik me daar helemaal niets van herinneren.’’

Hervormd

Maartje Westermaat is niet haar hele schooltijd op de openbare school geweest. In 1921, negen jaar oud, stapte ze over naar de toen nieuw gestichte, eerste hervormde school van Bennekom. Maar daarvoor hoefde ze niet naar een ander gebouw. Er waren zoveel ouders van plan hun kind naar die nieuwe school te sturen, dat de bestaande openbare school maar veertig leerlingen zou overhouden. Voor de gemeenteraad van Ede was dat aanleiding om per 21 april van dat jaar
het pas tien jaar oude gebouw aan de hervormde schoolvereniging toe te wijzen. De openbare school ging – onder
protest van het Comité tot instandhouding der Openbare School te Bennekom en het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap – terug naar het uit 1862 daterende gebouwtje waar ze vóór 1910 ook in was gehuisvest. In 1910 was het door een commissie uit de raad nog veroordeeld als ,,ellendig, slecht, ondoelmatig, verknoeid en niet te gebruiken.’’

Elf jaar later zag de raad dat kennelijk niet meer zo somber en werd het voor 6000 gulden verbouwd tot twee leslokalen en een gymnastieklokaal. Niet alleen Maartje Westermaat ging over naar de nieuwe hervormde school, ook het schoolhoofd, meester Van de Kamp, bij wie zij nadien ook in de klas heeft gezeten. De rest van het onderwijzend personeel ging op wachtgeld en voor Jac. Gazenbeek betekende het in ieder geval het einde van zijn Bennekomse schoolperiode. Mevrouw Ansink: “Van de lagere school herinner ik me verder nog meester Silfhout en juffrouw Kok voor het handwerken, maar Gazenbeek was de aardigste’’.

De voormalige hervormde school Eben Haëzer aan de Schoolstraat te Bennekom. De school werd gebouwd in 1910 en was vanaf die datum tot april 1921 in gebruik als openbare school. Van 1919 tot 1921 gaf Jac. Gazenbeek er les – Foto: ©Oud Bennekom

Weggebracht

Als kind woonde ze aan de Molenstraat en dat betekende dat ze op weg naar school de Edeseweg moest oversteken.
“Jaren later vertelde een vroegere buurjongen, Kees van den Brink, me dat zijn vader me altijd wegbracht. Dat weet ik ook al niet meer.’’ Zelf ging ze met haar veertiende van school. “Ik ging werken in de huishouding, in totaal op vier adressen in Bennekom.’’ Haar laatste dienstje, zes jaar lang in een pension aan de Bovenweg, vond ze het leukst. “Daar had je tenminste altijd mensen om je heen.’’

Ze trouwde in december 1938 met Henk Ansink, die inmiddels een eigen loodgieterszaak was begonnen. Het echtpaar kreeg twee dochters en drie zoons en negen kleinkinderen. Henk Ansink overleed in juni 1993. “We woonden toen, al vanaf 1982, aan de Gasthuisbouwing en daar heb ik na zijn dood dus nog ruim vijf jaar alleen gezeten. En dat terwijl ik nooit goed alleen kon zijn. Wat ben ik blij dat ik nu hier in Beringhem woon. M’n rug, m’n heupen, m’n knieën en m’n handen doen het niet meer zo goed en ik loop met een rollator. Maar ik word hier goed verzorgd en ik heb tenminste weer iedere dag mensen om me heen. Ik heb het hier prima naar mijn zin.’’

Tekst: Lily Verschuur/JGS

Eerder gepubliceerd in: DeVeluwenaar 7e jaargang – Nr. 3 – juli 1999

*****************************************************************************************************************************************

 Maartje Ansink- Westermaat is op 14 januari 2009 overleden.

*****************************************************************************************************************************************

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2017/08/17/beetje-verliefd-op-meester-gazenbeek/