Bertus Dekker blikt terug… – Deel 2 – Slot

Kletsen met de Duitsers

Zes Duitse soldaten zaten daarom in een gebouwde blokhut in de grote tuin van Bertus’ vader om de Engelse vliegtuigen neer te halen. Daar werd niet om gevraagd en daar kon niet over gediscussieerd worden. Het kanon stond een paar honderd meter verder in de wal waar nu de splitsing is van de Johan de Wittlaan en De Savornin Lohmanlaan. “Ik kon een enkel woord Duits praten, dus ik sprak nog weleens met die soldaten. Omdat ze dienstplichtig waren kon je merken dat ze helemaal niet van de oorlog hielden. Er waren twee boeren bij waar ik als snotneus goed mee kon praten. Ik ben zelfs een keer met ze mee gegaan om fazanten te schieten in het bos.”

Dit fenomeen leverde echter ook veel ellende op, want een broer van Bertus moeder, toen woonachtig aan de Scherpenzeelseweg, werd op de Hollander doodgeschoten door de vliegtuigen. “Op een zondagmorgen was er weer een aanval op een trein geweest, zodat mijn oom Arend Groeneveld met een vriend ging kijken wat er precies aan de hand was. Dat was in de middag, maar toen kwamen de vliegtuigen helaas nog een keer over om treinen te beschieten. Hij dook in de sloot om te vluchten bij de Deptfort Slachterij, maar hij lag net aan de verkeerde kant en kreeg de volle laag van een vliegtuig. Hij was op slag dood. Dat was heel tragisch. Zijn dienstkameraad bracht het er wel levend af.”

Oorlogsjaren 3 - kopie

De slachterij Deptford op de hoek van de Baron van Nagellstraat en de Parallelweg ten noorden van de spoorlijn bij de ‘Hollander’, werd diverse keren geraakt –  Archieffoto

Joden uit Amsterdam

Verder weet Dekker dat in de oorlog de Joden uit Amsterdam de Groep Barneveld werd genoemd. Zij werden in De Schaffelaar en in De Biezen gehuisvest. “Dat waren een paar honderd rijke Joden en hun bezittingen werden in de oude markthal gebracht, met schilderijen, sieraden en grote postzegelverzamelingen. Dat zou allemaal naar Duitsland gaan om daar opgeslagen te worden. Die moest mijn vader toen in de hal bewaken. De Joden zijn later helaas afgevoerd naar Duitsland.”

web1953-2

Watersnoodramp Zeeland – Foto: Beeldbank Rijkswaterstaat

Watersnoodramp

Bertus heeft relatief goede herinneringen aan de 21 maanden van zijn eigen militaire diensttijd, al staan de bittere ervaringen rond de watersnoodramp in 1953 hem nog helder voor de geest. “Ik was wachtcommandant bij de Verbindingsdienst, codeur en telexist. Je moest de codes ‘kapot maken’, decoderen dus.

Vlissingen

Door de watersnood moest ik zes weken in een bunker bij Vlissingen onder de grond blijven, met de voeten in het water.

We kregen 21 pakjes sigaretten en 21 gulden voor drie weken extra dienstdagen. Dat hebben we maar gestort in het watersnoodfonds. Toen we nog een keer drie weken langer moesten werken, hebben we dat geld en die sigaretten niet meer geweigerd.”

Bertus heeft toen wel wat gemerkt van de verschrikkingen, al zag hij nooit zelf de verdronken Zeelanders. Desalniettemin had hij zelf graag nog gevaren op zee, maar daar is nooit iets van gekomen. Hij toont een vrij recente foto van hem met twee broers. “Mijn jongste broer Chris is helaas op vijftigjarige leeftijd aan kanker overleden. Mijn andere twee broers en ik moesten opdraven voor de militaire dienstplicht: ik bij de marine en Gijs en Jan bij de luchtmacht en de landmacht.” Op drie foto’s uit langvervlogen tijden poseren de drie heren in uniform.

4048401_dekker

Barnevelder Bertus Dekker en zijn terugblik op vervlogen tijden – Foto: ©Bram van den Heuvel/BDU

Andere passies

Bertus ging daarna bij De Heus werken, waar hij 42 jaar bleef en eindigde als directeur in de Holding. “We waren vertegenwoordiger van Pig Improvement Company (PIC), de grootste Engelse fokkerijgroepering en daar hadden we de alleenverkoop van in de Benelux. Ons kantoor zat in Wageningen. We hadden zestig vertegenwoordigers langs de weg zitten.”

Als hobby was voetballen de passie van Bertus Dekker. Vijf jaar speelde hij in het eerste elftal van SDVB en ruim 25 jaar was hij bestuurslid van deze vereniging. Vroeger was er in de oorlog slechts één voetbalveld, waar nu de Schaepmanhof is. Ook maar één vereniging: vv Barneveld. “Toen voetbalden we op zaterdagen en zondagen. Wij speelden op zaterdag, maar als het veld dan modderig was, keurde het bestuur dat veld af, omdat er dan zondag nog gevoetbald moest worden. Dat gebeurde regelmatig en dat werden we een beetje zat. Daarom zijn we er in 1954 uit gestapt en toen is SDVB opgericht, hoewel ik toen zelf in militaire dienst was. Eerst is de nieuwe club toen op een strook land begonnen in de buurt van de Van Zuylen van Nieveltlaan. Later voetbalden we langs de Hessenweg en tenslotte verhuisde SDVB naar Norschoten.”

De Barnevelder is juist zelf overgrootvader geworden, samen met zijn echtgenote Bep Dekker-van Rootselaar. Samen hebben ze drie kinderen: Gert, Ans en Joke. De zes kleinkinderen zijn: Ruben, Liva, Jasper, Vincent, Wilco en Rob. Nu is Bertus natuurlijk trots op zijn eerste achterkleinkind. Hij haalt daarom meteen een foto van Nolan, dit jaar geboren op 1 april. Geen grap.

Tekst: ©Freek Wolff/BDU

Eerder gepubliceerd in de Barneveldse Krant – 30-04-2016

___________________________________________________________________________________________

Bekijk hieronder de beelden van de watersnoodramp:

 

https://www.youtube.com/watch?v=Ita3–We9go

 

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2016/05/06/bertus-dekker/