Ministerie moet ingrijpen
In sommige natuurgebieden in Nederland zijn geen buitengewoon opsporingsambtenaren meer actief. In andere gebieden is er maar één toezichthouder op duizenden hectares natuur. Natuurbeheerders en particuliere landgoedeigenaren maken zich daar zorgen over, omdat criminaliteit en illegale dumpingen van drugs toenemen. Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Stichting Nationaal Park De Hoge Veluwe vinden dat het ministerie van Veiligheid moet ingrijpen door wat meer geld beschikbaar te stellen en betere afspraken te maken.
Opsporingsambtenaren gehalveerd!
Volgens de natuurbeheerders waren er 5 jaar geleden nog ruim 800 buitengewoon opsporingsambtenaren actief in natuurgebieden. Nu zijn dat er maar circa 400 meer en dat aantal neemt nog verder af. Een belangrijke oorzaak is de reorganisatie en bezuiniging bij de politie. Hierdoor krijgen buitengewoon opsporingsambtenaren extra taken toegeschoven krijgen. Het gevolg is dat de verplichte opleiding zwaarder en duurder wordt en ook meer tijd vergt.
“Laat niet als dank…..”, maar in hoeverre leeft die gedachte nog? – Foto: ©KNVvN
Duidelijker positie
Werkgevers van vrijwillige toezichthouders vinden het opleiden van mensen te duur worden om er in te blijven investeren. Ook vergrijzing onder de vrijwilligers speelt een rol. Stichting Nationaal Park De Hoge Veluwe en Leisurelands, die namens de private werkgevers met het ministerie overleggen, willen een duidelijker positie voor de buitengewoon opsporingsambtenaar en een betaalbare opleiding.
bron: De Telegraaf, 03/03/16
Lees ook: Veel te weinig controle op criminele activiteiten buitengebied
