Bosbessen beloven een rijke oogst – Deel 2 – Slot

Alleen rijpe bessen 

bosbes-sch

Heerlijke bosbessen – Foto: ©Louis Fraanje

Bosbessentijd, dat was tijd voor het verdienen van winterkleren; daar waren alle handen bij nodig en het kon geen uitstel lijden. Daarom trok er veelal het hele gezin op uit. Werd er bij ons thuis op een andere wijze in kledingbehoefte voorzien en bepaalde het bosbessenplukken zich als regel tot de uren na schooltijd, blauwbekken deden we terdege! Maar het echte was dat toch niet.

We mochten alleen rijpe bessen meebrengen, die we dan thuis aten. Rauw met melk en suiker of met wat sago tot een vlaatje gekookt. Jam kenden we in die dagen in een werkmanshuishouden nog niet en de inmaak bepaalde zich tot houten vaten en keulse potten met zuurkool, andijvie en bonen. O ja, bij de grote lui deden ze gekookt spul in blikken bussen, die de koperslager dan kwam dichtsolderen, maar dat was voor “ons soort van minse” ongekende weelde in dat praehistorische tijdperk, toen de weck en diepvries nog evenmin bestonden als radio, jeep en vliegmachine.

Gaart de Klepperman

Een enkele maal konden we het toch niet meer verkroppen, dat Drikus, Gaart, Jan Willem, Koba en Trui en wie al niet meer, zo’n week of drie extra vakantie hadden en elke avond bij “Job en Harmen Busser onder de toren” in het oude gebouwtje van de waag hun emmers vol bessen, 20, 30 kop, gingen afleveren. Gaart de Klepperman was dan al het dorp doorgegaan met de aankondiging: “Vanoavend van zesse tot achte worde bosbeeze ontvange veur twoaluf cente de kop (halve liter)”.

csm_GA17042_556e2b0e82

Het Maandereind in Ede, helemaal rechts is Gaart de Klepperman – Foto: ©Archief Gemeente Ede

Hele dag tippelen

Zo’n enkele maal mochten we dan eens een dag van school blijven en ook om vier uur opstaan. Hoe heugen me nog zulke feestelijke dagen! Het moest allemaal “net echt” wezen met ook een emmer mee en brood en koffie. Dan ging het niet naar de nabije “Strontdennen” – neemt u mij niet kwalijk, maar het was toen de naam zo en geen mens hinderde dat – of naar de eerste kamp van de Siesselt. Nee, een hele dag tippelden we dan, naar de Buunderkamp, naar ‘t Planken Wammes, naar de Mosselse dennen of naar ‘t Hondelok. Dan hadden koekoek en specht vroege concurrenten en de eekhoorntjes schreeuwden met de markollen om ‘t hardst hun verbazing uit over dat vroege mensenspektakel. Ze waren dat heel niet gewend omdat er gewoonlijk geen ander volk in de verre bossen kwam, dan Piet van ‘t Bos of Koudijs de andere opzichter of Peet de Streuper en die maakten zo’n leven niet.

08i_bosbessenplukkers

De bosbessenplukkers bij Groesbeek, verschillen niet veel bij die van Ede op de Veluwe – Foto: ©Archief JGS

Beroepsplukkers

Ik geloof dat we vaak ‘s maandags gingen, op zondag werd er niet geplukt, dus waren er ‘s maandagsmorgens de meeste rijpe bessen, die blauwzwart onder de groene blaadjes scholen in gezelschap van felrode en nog hardgroene nakomers. De beroepsplukkers stroopten dat allemaal tegelijk van de taaie takjes, want de handel wou niet alleen rijp goed hebben. Dat zou maar verrot zijn voordat het Engeland bereikte en dus kon men “onder de toren” alleen terecht met rijp en groen door elkaar. Moeder vond dat eigenlijk “zund en schaand”; zij hield niet van rauwe rommel en meende dat alles “z’n tied hèn môs, naardat de Schepper het besteld had”. In elk geval had ze in zoverre gelijk dat, wil je met recht genoegen “blauwbekken”, je volrijpe bosbessen eten moet die je alleen vindt op op stille plekken waar de plukkers voor de handel weinig komen. Dan zijn het maar kostelijke vruchten, de blauwe vingers, de blauwe tanden en desnoods een blauwe, haast niet weg te wassen vlek in de kleren waard!

bosbessensap-41311594

Verse bosbessensap – Archieffoto

Inkt of sap

Het heette beste inkt te zijn, het sap van de bosbes maar ik heb het altijd jammer gevonden het te proberen. Maar wat het in elk geval is: een kostelijke drank voor koortslijders, een prachtmiddel om “te stoppen” als de ingewanden wat slap zijn en – als zalf van een zachte drank als een geschonden keel of een verwond gehemelte elk zuur onverbiddelijk afwijst. Als ge uw peuters geen kersen en zelfs geen druif moogt geven, zal de dokter tegen bosbessensap geen bezwaar maken.

Vaccinium myrtillus, blauwe bosbes, klokkebei, het is een kostelijke gave van het bos onzer oude zandgronden en jammer dat hij niet overal te vinden is, omdat het struikje nu eenmaal eisen stelt aan de bodem; welke niet overal bevredigd worden. In ogenschijnlijk volkomen gelijkwaardige boscomplexen zult ge de bosbes hier wel en ginds niet vinden. Hij heeft een bepaalde humuslaag nodig om zijn worteldradennet gemakkelijk te kunnen uitbreiden, hij verlangt veel zuur en wil niet te droog staan. Aan zon heeft hij zo’n hekel, dat hij geleidelijk verdwijnt waar hem de schaduw wordt weggekapt.

De kaalslag in onze bossen in twee wereldoorlogen heeft het bosbessenareaal aanzienlijk verminderd; ontginning en ontwatering, gewijzigde bosbouwmethode’s met onderbeplanting van de mosgroei, werken het ontstaan van nieuwe bosbessengroei in jongere bossen niet in de hand.

DSC_7456

Gelukkig komen we in de Veluwse bossen, nog op veel plaatsen de bosbessenstruiken tegen – Foto: ©Louis Fraanje

Met de eerste zonnestralen

Nee, lang niet overal waar bossen zijn, zijn ook bosbessen en er is dunkt mij wel reden om eens na te gaan, of wat er over is niet beschermd dient te worden tegen overmatige belangstelling. In elk geval: zo’n ouderwetse dag van tegelijk met de eerste zonnestralen in ‘t bos zijn, ergens in de stilte op de knieeen kruipend door het vochtige mos en de verterende dennennaalden, met de pittige geur van hars en ozon in de neus en het aroma van de sappigste bessen in de blauwe mond… Dan, ‘s avonds thuis, het warme maal met pannekoeken en bosbessenvla toe, het is de gedachtenis om er heimwee van te krijgen naar het verloren jeugdland…

19820040-een-kan-vol-verse-bos-bosbessen

Emmer vol met bosbessen – Archieffoto

Wat de natuur geeft

Ja, jongens jullie missen veel van wat vaders jeugd mooi gemaakt heeft. Hetgeen zij natuurlijk maar heel betrekkelijk vinden, want ze hebben zoveel dat wij niet kenden toen er nog nooit een claxon gejankt en een motor gedaverd had, toen wij ons behelpen moesten voor spel en vermaak en bestaan met wat de natuur te geven had. En… we feestelijk blauwbekkend met halve emmers vol knikkergrote, blauwzwarte bosbessen twee uur tippelden naar huis en aan geen fiets dachten….

©Jac. Gazenbeek, juni 1951

 

Nagekomen tip van Ton Heekelaar:

Pas op voor teken!

Met belangstelling heb ik het artikel: “Bosbessen beloven een rijke oogst – Deel 1 en 2”, gelezen. Ik wil daar nog wel een opmerking over maken, en wel… dat ik het jammer vindt, dat een aanvulling van de laatste decennia ontbreekt over de invasie van verraderlijke teken. Daarom is bosbessen plukken heden ten dage beslist geen nostalgisch pretje meer.

teken

Integendeel, indien men een besmettelijke tekenbeet (ziekte van Lyme) oploopt, kan men pijnlijke gewrichten en verlammingsverschijnselen krijgen, tot zelfs de dood er op volgt. Lang leven de romantiek van vroeger!

Lees ook het artikel:Teek care! 

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2015/08/05/bosbessen-beloven-een-rijke-oogst-deel-2-slot/