Bijzonder goed jaar voor de kerkuil

Er zijn ruim veertig jonge kerkuilen geteld in de nestkasten bij de boerderijen

‘Het was te verwachten dat 2014 een goed jaar voor de kerkuilen zou worden, maar zo uitzonderlijk goed, dat had niemand verwacht’, meldt Jan van den Heuvel uit Voorthuizen, coördinator van de Kerkuilenwerkgroep van het IVN Barneveld.

web bk47natkerkuil1 - kopie

De kerkuil in vol ornaat in één van de dertig speciale nestkasten die door leden van de IVN-Kerkuilenwerkgroep Barneveld zijn opgehangen in veldschuren bij boerderijen in de streek. Dank zij deze vrijwilligers gaat het de kerkuilen tegenwoordig voor de wind. Foto’s: ©IVN-Kerkuilenwerkgroep

Profiteren van het zachte weer

De hele natuur ging in de afgelopen winter profiteren van het zachte weer en de enorme voorraad eikels en  beukennootjes. Niet alleen vogels, zoals vinken en duiven, maar ook wilde zwijnen, eekhoorns en verschillende soorten muizen profiteren ervan.

Door het vele voedsel kwamen de muizen in het afgelopen voorjaar in een goede conditie. De hele winter door werden er jongen geboren. Na drie maanden kregen deze jongen ook weer jongen. Eén veldmuisvrouwtje, bij voorbeeld, kan zich, als alles mee zit, in een half jaar vermeerderen tot een grote familie van wel honderd directe en indirecte nakomelingen.

bk47natkerkuil2

Het plaatsen van een kerkuilennestkast

Uilenkasten bij boerderijen

De Kerkuilenwerkgroep van het IVN bestaat uit Jan van den Heuvel, Joop van Veldhuizen, Herman Hofs en Jan Ritser. Ze beheren ongeveer dertig uilenkasten die zijn opgehangen in geschikte schuren bij boerderijen in het buitengebied van Nijkerk, Zwartebroek, Voorthuizen en Kootwijkerbroek.

Jan: ‘Vanwege het enorme voedselaanbod zijn in 2014 veel jonge kerkuilen in de nestkasten geteld. Van de dertig nestkasten waren er zes bewoond en in twee kasten is tweemaal gebroed. In tegenstelling tot de andere Nederlandse uilen broedt de kerkuil, in een goed muizenjaar, tweemaal en soms driemaal in een seizoen.

Geschikte boerderijen

In totaal zijn dit jaar meer dan veertig jonge kerkuilen in de nestkasten geteld. In de jaren dat we met de kerkuilen bezig zijn is zo’n groot aantal jongen nog nooit voorgekomen. Vorig jaar waren er haast geen muizen, waardoor de kerkuil niet tot broeden kwam. In het voorjaar van 2013 hebben we slechts één jonge kerkuil in de dertig nestkasten aangetroffen’.
Het wordt steeds moeilijker een geschikte boerderij te vinden voor het plaatsen van een kerkuilennestkast. Op veel plaatsen in de streek stoppen boeren met hun bedrijf en proberen het te verkopen. In de verkochte boerderijen gaan veelal particulieren wonen of beginnen ondernemers een ander soort bedrijf. Ze wensen geen uilen en maken invlieg-openingen dicht tegen binnenkomende vogels. De nieuwe eigenaren hebben niets met kerkuilen.

bk47natkerkuil3

De uilskuikens in de nestkasten maken er altijd een smeerboel van

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eigenaar naar de zin maken

De geschiedenis herhaalt zich. Opnieuw moeten de leden van de Kerkuilenwerkgroep de nieuwe eigenaren ervan overtuigen dat kerkuilen nuttig zijn en aangewezen zijn op hun gastvrijheid.
De leden van de werkgroep maken de kasten zelf en hangen ze in samenwerking met de eigenaren van de boerderij op een geschikte plek. De kasten zijn behoorlijk zwaar en moeten vaak in de nok van een schuur worden gemonteerd.
Als de kerkuilenkast bewoond wordt kunnen de vogels overlast van uitwerpselen bezorgen. Het wordt dan een enorme smeerboel in de schuur. Dat is heel vervelend als er landbouwmachines staan en nog erger als de schuur wordt gebruikt voor de opslag van caravans. Om die vervuiling tegen te gaan is het goed mogelijk een stuk landbouwplastic onder de slaapplaats en de nestkast te spannen. De leden van de werkgroep zijn dan soms dagen bezig om het de eigenaar naar de zin te maken.

bk47natkerkuil4

De jongen worden geringd voor meer kennis van het leven van de mysterieuze kerkuil

Bijdrage tot een betere kennis

Na de broedtijd worden de nestkasten schoongemaakt en als er complete braakballen in de kast liggen worden deze gedetermineerd. Aan de hand van de schedeltjes en de kaakjes kan worden vastgesteld welke soorten muizen op het menu van de kerkuilen staan. Als de eigenaar van de boerderij ermee akkoord gaat worden de jonge kerkuilen geringd. De gegevens van terugmeldingen kunnen bijdragen tot een betere kennis van het leven van de kerkuil.
Het gaat de kerkuilen tegenwoordig voor de wind. De laatste jaren worden ongeveer 2.000 broedparen geteld. Nog maar ruim dertig jaar geleden waren dat er slechts honderd. De IVN-Kerkuilenwerkgroep van Jan van den Heuvel draagt al jaren een steentje bij voor het welzijn van de prachtige kerkuilen in de streek rond Barneveld.

Foto’s: © IVN-Kerkuilenwerkgroep

Ook gepubliceerd in de Barneveldse Krant –  22-11-2014

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2014/12/02/bijzonder-goed-jaar-voor-de-kerkuil/