De sage van het wilgenroosje

Waarom Wilgenroosje?

Jullie kennen ‘m natuurlijk wel, die mooie lange rechte plant met lichtrode tot soms wel paarse vleugeltjesbloemen, momenteel staan ze overal, maar… waarom, noemen de mensen ‘m nou “wilgenroosje”?

Eens, heel lang geleden werd, ergens op de Veluwe in een wilde roos, een klein elfje geboren. Wonderlijk, lief en aardig van aard, met van die mooie doorzichtige vleugeltjes. En in een oude wilg die zich krom en moe, met een beschermend gebaar, over de rozenstruik had gebogen, werd zo’n beetje gelijktijdig een kaboutertje geboren. Toen een poosje later ‘t speelse kereltje vanuit z’n wieg uit nieuwsgierigheid door de boomspleet keek, merkte hij het elfje in ‘t wilgenroosje op en.. ‘t elfje zag hem ook!

Elfje - Foto: Frans L

Het dansende Elfje – Foto: Archief Frans Louwers

Al heel lang had ze verwacht dat die oude wilg haar een geheim zou onthullen, en daarom had ze al heel wat keertjes naar boven gekeken. Maar.. nu zagen ze elkaar en ze lachten!
Het elfje en het kaboutertje raakten bevriend en die band werd zo hecht, dat ze niet meer wilden scheiden. Ze dachten er over om te gaan trouwen, maar… ‘t kaboutervolk is veel ruwer van lichaamsbouw dan zo’n teer elfje en voor een huwelijk is dat natuurlijk een bezwaar. Dus zeiden de ouwelui ernstig: “Kinderen, we zien wel, dat jullie ‘t echt menen, maar trouwen… nee daar komt niks van in, dat gaat niet”.

Ja, wat nu? Maar… als de nood op z’n hoogst is, is de redding nabij. De feeën, die zouden misschien kunnen helpen. Die komen bij volle maan altijd een nacht bij elkaar op één van die stille plekjes ergens in het bos. Zij beraadslagen dan over ‘t werk en andere zaken. Er zijn dertien feeën op de Veluwe. Twaalf zijn het altijd eens met elkaar in goedhartigheid; maar de dertiende is vaak lastig en stuurt menig mooi plannetje in ‘t honderd, dus die moet je d’r eigenlijk niet bij hebben, als je iets wilt.

De kabouter en ‘t elfje wachtten een maannacht af, waar de dertiende afwezig zou zijn en toen dat op ‘n keer het geval was, begaven zij d’r eigen in de raad van de feeën en vroegen:
“Wij houden zoveel van elkaar en dus willen wij graag trouwen” “Ja, ja”, zei ook ‘t elfje, “om altijd bij elkaar te blijven”.
“Jongelui, dat gaat niet” wees een fee af. “Jullie hebben allebei zo’n verschillend lichaam, dat past niet bij elkaar”.
“Kan het dan helemaal niet?” vroeg ‘t kaboutertje wanhopig en in de ogen van ‘t elfje blonken grote tranen in het maanlicht.

“Het kan alleen” klonk ‘t antwoord, “als jullie overgaan naar een ander levensrijk, ‘t plantenrijk. Maar dan kunnen jullie jezelf niet meer vrij bewegen en blijf je steeds staan groeien op dezelfde plaats”
“O best, o best” juichte ‘t paar, als wij maar bij elkaar zijn, voor altijd”
“Dan zullen wij jullie alletwee in een plant veranderen” stelde de fee voor, en zo gebeurde het.
Elf en kabouter werden samen tot één plant:  De elf kwam uit de roos en de kabouter werd geboren in de wilg en zo kregen wij de wilgenroos!

foto: Louis Fraanje

Het Wilgenroosje met links het kaboutermutsje en rechts de baard – Foto: ©Louis Fraanje

Het beeld

Het kaboutermutsje en ‘t wilgenblad zie je d’r in. In de mooie rose of paarse vlindertjesbloem heb je zogezegd de herinnering aan de vleugeltjes van ‘t elfje. En in de nazomer wuiven er allemaal pluisjes aan de plant; dat is de rest van de kabouterbaard. Zo zie je maar weer dat de liefde alles overwint!

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2013/08/13/de-sage-van-het-wilgenroosje/