Jaarlijkse bijgroei in onze bossen neemt gestaag af

Leffert Oldenkamp

Leffert Oldenkamp

Houtkap moet meer worden gericht op een betere groei van de overblijvende bossen  en minder op vernieling van bossen.

In De Groene Amsterdammer (nr.35 – van 27 augustus 2020) is een kritisch artikel verschenen over het bosbeheer bij Staatsbosbeheer: ‘Dit is landbouw met bomen’. Vooral de overmatige kap ( inkomsten) en een enkele grootschalige verjonging krijgen ervan langs. Dat artikel heeft veel reacties uitgelokt. Over het algemeen erkenning van het opgeroepen beeld. Staatsbosbeheer laat weten dat ze het toch wel goed doen.

In het artikel wordt terecht aangekaart dat ‘privatisering’ negatief heeft uitgepakt voor de kwaliteit van het bosbeheer bij Staatsbosbeheer. De bijbehorende subsidieregels en commerciële impulsen hebben ook terreinbeheerders als Natuurmonumenten en Provinciale Landschappen kansen geboden. De achteruitgang in kwaliteit van het bosbeheer beperkt zich derhalve niet tot de terreinen van Staatsbosbeheer. Hoewel er veel valt af te dingen op de kwaliteit van de verjonging, doen Staatsbosbeheer en het Geldersch Landschap tenminste nog iets aan verjonging. Andere organisaties laten het afweten.

 

Al ruim 40 jaar is er bovendien onvoldoende op de toekomst gerichte verjonging - Foto: Louis Fraanje

Al ruim 40 jaar is er bovendien onvoldoende op de toekomst gerichte verjonging – Foto: ©Louis Fraanje

Nog erger

Een eerste aanzet voor een nieuwe bossenstrategie in Nederland doet vrezen, dat het nog erger wordt. Er is nagelaten om de toestand van onze bossen vooraf te beschrijven. Die toestand kan het beste worden omschreven met  “de meeste bossen zijn nog (relatief) jong en we doen te weinig om te zorgen dat we oudere bossen van formaat krijgen met houtvoorziening en biodiversiteit in balans”.
Er worden teveel bomen gekapt die nog goed groeien, er is achterstand in selectieve dunning ( voor gemengde bossen en voor voldoende toekomstige goede stammen).

Bosareaal neemt af

Al ruim 40 jaar is er bovendien onvoldoende op de toekomst gerichte verjonging. Wat spontaan opkomt wordt opgepeuzeld door herten, koeien en paarden.
De jaarlijkse bijgroei met hout in onze bossen neemt gestaag af. Daardoor gaat de opname capaciteit voor CO2 ook dalen. In het kader van het klimaatbeleid en voor een op biodiversiteit gebaseerde houtvoorziening is dat desastreus. Daarnaast wordt bos omgevormd tot open landschappen, waar vooral ongewenste opslag ontstaat. Het bosareaal neemt af.

De bijdragen voor een bossenstrategie komen niet alleen van bezorgde bosbouwers, maar ook van instanties die zich in feite niet om het bos bekommeren. Bos, of wat daarvan over mag blijven, dient dan slechts als entourage.

Oudere bossen zijn belangrijk met betrekking tot de opname capaciteit voor CO2 - Foto: Louis Fraanje:

Vooral oudere bossen zijn belangrijk met betrekking tot de opnamecapaciteit voor CO2 – Foto: ©Louis Fraanje:

Gerichte kap

De protestgeluiden van de in het artikel aangehaalde bezorgde burgers zijn begrijpelijk, maar bieden onvoldoende aanknopingspunten voor een beter bossenbeleid. Er kan heus wel worden gekapt, maar die kap moet meer worden gericht op een betere groei van de overblijvende bossen en minder op vernieling van bossen.

Tekst: ©Leffert Oldenkamp,  Adviseur bosbeheer – Wageningen

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2020/10/03/jaarlijkse-bijgroei-in-onze-bossen-neemt-gestaag-af/