Markante Veluwenaar ligt begraven in Leiden

Voor dit artikel gingen we naar de oude begraafplaats ‘Groenesteeg’ in Leiden waar, in mei 1968,  de markante Veluwse landheer Johan Willem van Doorninck werd begraven.  (Zie ook de andere artikelen over hem)
Begraafplaats ‘Groenesteeg’ is in 1813, in opdracht van de Hervormde kerk, aangelegd op een voormalig bastion. Vanaf 1829, toen begraven binnen de kerk werd verboden, werd de begraafplaats intensief gebruikt.  Het definitieve ontwerp is van de hand van stadsarchitect Salomon van der Paauw, die ook de aula ontwierp. Die aula werd in 1859 verhoogd met een bovenwoning voor de grafmaker-toezichthouder.   Veel Leidse hoogleraren, bestuurders en industriëlen zijn op Groenesteeg begraven. Ook de moeder van Vincent van Gogh vond er haar laatste rustplaats. Groenesteeg werd in 1976 als begraafplaats gesloten en is sinds 1978 een rijksmonument.  Tussen 1993 en 1995 werd het geheel gerestaureerd en nu is de oude begraafplaats opengesteld als stadspark.
Hier ligt dus ook Johan Willem van Doorninck begraven.

De ingang van Groenesteeg, met links de oude aula ( Foto: Fransien Fraanje)

De ingang van Groenesteeg, met links de oude aula
( Foto: Fransien Fraanje)

Weldadige rust
Twee jaar geleden zijn we op een mooie zaterdagochtend in maart eens gaan kijken op de begraafplaats ‘Groenesteeg’ in Leiden.   Het was schitterend weer en toen we ‘s ochtends de stad binnenreden was het overal een drukte van jewelste.   Maar zodra wij de laatste brug over waren om in het stadsdeel te komen waar de begraafplaats zich bevindt, leek het wel of alles in een keer veranderde.    Toen we de straat in reden die naar Groenesteeg loopt, ging er een weldadige rust uit van de omgeving.  Na de auto te hebben geparkeerd  liepen we via de toegangspoort, met links de oude aula, de begraafplaats op.

Even uitrusten onder de enorme beuk op Groenesteeg (Foto: Fransien Fraanje)

Even uitrusten onder de enorme beuk op Groenesteeg
(Foto: Fransien Fraanje)

Wat direct opviel was een enorme, wijdvertakte beuk met een omtrek van ruim 7 meter.   Navraag leerde ons dat deze bruine beuk (Fagus sylvatica Atropunicea) waarschijnlijk bij de aanleg van de begraafplaats, in 1813, is geplant.
De boom is dus zo’n tweehonderd jaar oud wat een zeldzaamheid is voor beuken.
Het brede en grillige takkenstelsel vormt een soort enorme waaier boven de graven.  Dat heeft een enorme aantrek- kingskracht en je wordt bijna gedwongen om eens heerlijk met je rug tegen die geweldenaar aan te gaan zitten.
Als bomen konden spreken, wat zou deze dan wel niet allemaal te vertellen hebben ?

Het graf
Na enig zoeken vonden we, helemaal rechts achterin, het graf van Johan Willem van Doorninck.  In hetzelfde graf liggen ook: Jonkheer Jan Emillius Meijer (1853-1910) en Catharina Christina Meijer- van Lochem (1864-1929) – van haar erfde Johan het landgoed ‘Groot Spriel’.  Ook liet van Doorninck zijn huishoudster Milka Ljubic (1910-1967), aan wie hij zeer gehecht was, in dit graf begraven.  Nog geen jaar later werd het stoffelijk overschot van deze eens zo merkwaardige landheer hier ook aan de aarde toevertrouwd.

Onder oude bomen vonden wij het graf van Johan Willem van Doorninck (Foto: Fransien Fraanje)

Onder oude bomen vonden wij het graf van Johan Willem van Doorninck
(Foto: Fransien Fraanje)

Groenesteeg in het kort
De funeraire geschiedenis van de grote steden in Nederland wordt vaak relatief eenvoudig voorgesteld.  Vanaf het begin van de kerstening werd binnen kerken en op de omliggende hoven begraven.  In sommige steden werden vanaf de 16de of 17de eeuw ook wel de bolwerken gebruikt om in te begraven.  In de 19de eeuw vond de grootste verandering plaats.   Nieuwe regels werden afgekondigd en de oude begraafplaatsen in de steden dienden gesloten te worden.  Er moesten nieuwe worden aangelegd, het liefst buiten de stad, weg van de bebouwing.
Het begraven in de kerken zelf ging overigens gewoon door.  Met alle gevolgen van dien.   Lijkroverij, waarbij het lijk na opgraving werd ontdaan van waardevolle zaken of zelfs de kist werd gestolen, was een ernstig vergrijp dat regelmatig voorkwam.   Ook de lijklucht veroorzaakte veel overlast.   Desondanks was het begraven in de kerken een lucratieve zaak die de Leidse kerken veel geld opleverde.     Alleen de rijken konden een graf in de kerk betalen.    Dat is, in combinatie met de eerder genoemde lijklucht, de oorsprong van de uitdrukking “rijke stinkerd”.

Grafsteen met de opschriften (Foto: Fransien Fraanje)

De grafsteen van (o.a.) Johan Willem van Doorninck
(Foto: Fransien Fraanje)

Van de vijf begraafplaatsen die de binnenstad van Leiden in de 19de eeuw kende, wordt alleen op de Zijlpoort nog begraven.  Ook deze begraafplaats was bijna verdwenen. De begraafplaats aan de Groenesteeg is nu een prachtig park.  Wie hier rondwandelt komt oog in oog te staan met het 19de-eeuwse Leiden.
Het klinkt misschien vreemd, maar het was een genoegen om rond te wandelen op deze oude begraafplaats.
Waar een zoektocht naar het verleden van een markante Veluwenaar toe kan leiden,  ja, zelfs tot in Leiden.

Informatiebord bij de ingang

Informatiebord bij de ingang

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2014/03/03/markante-veluwenaar-ligt-begraven-in-leiden/