Lunterse Grafheuvels
Onder het Veluwse zand – Deel 1

Info over de kopersmid van LunterenGrafheuvel Lunterse Kopersmid

Grafheuvels zijn duizenden jaren oude begraafplaatsen, opgeworpen met zand of plaggen.  Rond Lunteren liggen veel graven uit de Klokbekercultuur (ca. 2500-2000 v.Chr.).
Men denkt dat hieruit blijkt dat een kleine groep mannen in die tijd een belangrijke status had want hun graven waren rijk aan grafgiften.    Bij de Germaanse Put, aan de Vijfsprongweg in Lunteren, ligt de grafheuvel van de Lunterse Kopersmid.
In die grafheuvel zijn o.a. vierkante aambeeldstenen voor de bewerking van koper,  hamerstenen,  een koperen dolk en een zeldzaam koperen priempje gevonden. Dat priempje  moet ooit van een smid zijn geweest.
Ook vond men in de graven een rijk versierde beker en diverse pijlpunten.  Verder zijn ook dunne, doorboorde stenen plaatjes gevonden.  Dit zijn polsbeschermers om de klap van een boogpees op te vangen.
Hierdoor is het aannemelijk dat boogschutters belangrijk waren in deze samenleving.
De heuvels vertellen het verhaal van de eerste Lunterse boeren die hier hun akkertjes aanlegden.

Grafheuvelontdekkingen

grafvondstenDe Veluwe ligt vol met grafheuvels. Vooral in de omgeving van Lunteren.
Een groot aantal daarvan is officieel beschermd als archeologisch rijksmonument.   Er worden nog jaarlijks nieuwe (mogelijke) grafheuvels ontdekt,  bijvoorbeeld onlangs in de Sysselt,  in het Nieuw Reemsterveld en op de Doesburger Heide.  Grafheuvels worden ook wel ‘tumuli’ genoemd en zijn dus heuvels die opgeworpen zijn bovenop een graf.   Soms bevindt zich onder de heuvel een hele grafkamer.
Meestal worden er alleen urnen met crematieresten of lijkbegravingen in grafheuvels aangetroffen.   Vaak met bijgaven als wapens, gereedschap en sieraden.   Rondom de heuvel werd een wal of greppel aangelegd of een krans van palen.

De oudste grafheuvels komen uit de late steentijd (2850 tot 2000 voor Chr.) en werden gemaakt door bevolkings-groepen van de zogenaamde Bekerculturen.   De meeste grafheuvels rond Lunteren zijn wat jonger en dateren in de (midden-)bronstijd (1800 tot 1100 voor Chr.).

Necropolen

Het grafritueel vanaf het derde en tweede millennium voor onze jaartelling wordt gekenmerkt door het bouwen van zichtbare grafmonumenten. In deze tijd werden duizenden heuvels opgeworpen die een graf bedekken. In Noordwest Europa zijn tienduizenden van deze grafmonumenten nog zichtbaar in het landschap. Honderden zijn er opgegraven en we weten vrij goed wat er in zo’n grafheuvel ligt. Verspreid over de Veluwe liggen er ruim 700. Wat we minder goed weten is waarom deze grafheuvels verspreid door het landschap liggen. En waarom ze vaak uitgebreide zones met grafmonumenten vormen. Zogenaamde grafheuvellandschappen of Necropolen. Dit zijn plekken in het landschap waar los verspreid tientallen, soms ook groepen, grafmonumenten liggen. Op de Veluwe is dat op de uitgestrekte heidegebieden op verschillende plekken nog goed te zien.

tekst

Grafheuvel, ruim 5000 jaar oud maar nog steeds goed zichtbaar

Rond Lunteren zijn ze in 1930 als zodanig ontdekt en is er een klein onderzoek geweest. Uit de opbouw van de grafheuvels bleek dat ze ruim 5000 jaar oud zijn, uit de Late Steen- en Bronstijd, en over een lange periode in gebruik zijn geweest.   De oudste heuvels waren bestemd voor één persoon.   Later werden ze voor meerdere personen gebruikt.   In grafheuvels zijn veel interessante vondsten gedaan zoals metalen siervoorwerpen, urnenpotten, begraven dieren en gebruiksvoorwerpen.   Allemaal bewijs voor langdurig gebruik.   Geen grafheuvel is hetzelfde.
Ze zijn belangrijk als bewijs van de eeuwenoude geschiedenis van de Veluwe.   Aan de vaak markante ligging op een verhoging in het landschap kan men opmaken dat ze voor de prehistorische mens ook echt grafmonumenten waren. In die tijd was het landschap veel opener dan nu met meer heide dan bossen. De grafheuvels dienden waarschijnlijk ook als herkenningspunten.    De prehistorische en ook latere middeleeuwse wegen die soms strak langs grafheuvels lopen doen dat tenminste vermoeden.

Andere prehistorische graven

Overigens zijn er ook andere vormen van ‘begraving’ gebruikt zoals vlakgraven, crematie en excarnatie (alleen de beenderen begraven).  Archeologen schatten dat in de bronstijd ongeveer 15% van de bevolking in een grafheuvel werd begraven. In de oudste grafheuvels (nieuwe steentijd) werden mensen meestal begraven in foetushouding met het gezicht naar het oosten,  voorzien van grafgiften in de vorm van aardewerk,  voedsel,  gebruiksvoorwerpen en sierraden.   Meestal werden in een heuvel meerdere personen begraven.   In de bronstijd werden er ook bronzen voorwerpen meegegeven en nam het belang van aardewerk als grafgift sterk af.   Men is er lang vanuit gegaan dat grafheuvels vooral bedoelt waren voor belangrijke personen zoals het dorpshoofd.   Recente onderzoekingen tonen echter aan dat de grootste en meest complexe grafheuvels in de bronstijd opgeworpen zijn voor jonge kinderen en/of hun moeders.

Urn uit de Late Bronstijd

Urn uit de Late Bronstijd

Rond het jaar 1000 voor Chr. begonnen de mensen hun doden te cremeren en de crematieresten te begraven in urnen.   Deze urnen werden soms bijgezet in een grafheuvel, maar steeds vaker in een urnenveld.  Hierbij werden de urnen in rijen onder een klein heuveltje begraven. Dergelijke urnenvelden liggen vaak vlakbij grafheuvels. In de eeuwen na de periode van de grafheuvels begroeven de eerste Lunterse boeren hun doden ook in grotere grafvelden.  Rond de heuveltjes werd een greppel gegraven in de vorm van een cirkel of vierkant.  Deze manier van begraven kwam voor vanaf de Late Bronstijd tot in de Vroege IJzertijd (1100 tot 500 voor Chr.). Op meer verschillende plaatsen in deze omgeving zijn dit soort urnenvelden bekend zoals in de Valouwe, op de Ginkelse Heide en in Bennekom.

Grafheuvels als Heilige Plek

Er zijn veel aanwijzingen dat grafheuvels niet slechts graven waren maar ook als heilige plaatsen gezien werden.
Zo werden in grafheuvels vaak meerdere mensen bijgezet (tot ongeveer 20 personen in een enkel geval) en bleven ze een lange periode in gebruik.  Vaak honderden of zelfs duizenden jaren.  Er zijn grafheuvels bekend waarin zowel menselijke resten uit de steentijd als urnen uit de bronstijd zijn gevonden.  Ook werden grafheuvels uit de steentijd regelmatig opgehoogd en vergroot in de bronstijd.  Vaak werd er tevens een palenkrans omheen geplaatst en soms een greppel of een aarden wal.  De meest gangbare verklaring hiervoor is dat deze de geesten van overledenen zou beletten om te gaan rondspoken,  maar het is ook mogelijk dat deze afscherming de grafheuvel markeerde als heilige of rituele plek.   Van een grafheuvel in Drenthe is bekend dat de palenkrans gericht was op de beide zonnewendes.  In de ijzertijd nam het gebruik van grafheuvels sterk af en werden mensen voornamelijk individueel begraven.   De grafheuvels raakten in onbruik, maar bleven heilige en magische plaatsen.
Veel tempels en cultusplaatsen uit de tijd van de Kelten en Germanen lagen dan ook vlakbij oudere grafheuvels.

Kapitein Bellen
KapiteinBellenKapitein Bellen was een amateur archeoloog.  Hij was een opvallende verschijning.
In de jaren twintig was hij kapitein van de infanterie.    Hij liep altijd in uniform en men noemde hem simpelweg ‘kapitein’.   Menig Lunteraan zag hem, vaak op de fiets, onderweg over de heidevelden om in de omgeving op zoek te gaan naar bodemvondsten.   In de zandverstuivingen en nieuwe ontginningen deed hij zijn belangrijkste archeologische ontdekkingen.
Als amateurarcheoloog onderhield hij contact met internationaal bekende archeologen als Holwerda in Leiden en Van Giffen in Groningen.

De omgeving van Lunteren is, zoals u net las, al erg lang bewoond en veel van de kennis over de geschiedenis van Lunteren en omstreken is te danken aan het onderzoek van Kapitein Bellen.   Min of meer noodgedwongen verkocht hij in 1933 zijn archeologische vondsten voor een crisisprijs aan het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Woensdag 15 januari 2014 verzorgt Henk Luning, in het Historisch Museum Ede, de lezing ‘De wereld van Kapitein Bellen’.

.
Actueel onderzoek

Grafheuvels en urnenvelden spreken al eeuwenlang tot de verbeelding.  De eerste generatie professionele archeologen heeft in het begin van de 20e eeuw grafheuvels op de Veluwe opgegraven.   Pas kort geleden is een modern onderzoek gestart naar grafheuvels.  Van dit landelijke project, genaamd ‘Ancestral Mounds’, wordt een speciale website bijgehouden waarop allerlei actuele informatie over grafheuvels te vinden is.

Klik hier om deel 2 te lezen

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2013/10/15/lunterse-grafheuvelsonder-het-veluwse-zand-deel-1/