Jagen met de camera – deel 4

12 december 2012

12 december 2012

knopDeel_3.

.

Veel vakantiegangers op de Veluwe vragen het zich af:   Hoe kan een faunabeheerder op zo’n groot gebied als de Veluwe “zijn herten” herkennen. Natuurlijk is dat wild niet echt van de faunabeheerder; wild is “res nullius” (= aan niemand toebehorend)
Een faunabeheerder observeert het hele jaar de wildstand in de aan hem toebedeelde beheereenheid. Dat doet hij omdat hij verantwoordelijk is voor de wildstand.  Daardoor weet een faunabeheerder welke , door een leek niet opgemerkte, bijzonderheden een hert heeft.

Op de Zuid-Veluwe loopt bijvoorbeeld een hert rond dat “Verdikt Linker Kronenhert” wordt genoemd. Het dier is een jaar of elf.   De belangrijkste herkennings indicatoren van dit hert  zijn de oren. Uit het rechter oor ontbreekt een stuk maar ook het scheurtje in het linkeroor is een belangrijke indicator. Deze kenmerken zijn erg specifiek; bij wijze van spreken vergelijkbaar met een vingerafdruk.

Voor deze aflevering heb ik dit hert tijdens de groei van het bastgewei gevolgd. Als u op de beschadigde oren van het dier let, ziet u dat dit, ondanks het verschil in uiterlijk, steeds hetzelfde hert is.

Veel mensen verbazen zich er over dat de mannelijke edelherten ieder jaar het gewei afwerpen. Daarna groeit, in ongeveer vier maanden, weer een nieuw gewei.  Dat nieuwe gewei voelt  fluweelachtig aan. Het is een zogenaamd kraakbeenachtig bastgewei met bloedbanen.  Via die bloedbanen wordt veel kalk en fosfor vervoerd. Als het gewei is volgroeid hardt het kraakbeen uit en wordt de bast van het botachtige gewei geveegd. Dat gebeurt door met het gewei door takken te slaan en langs boomstammetjes te vegen.

4 maart 2013

4 maart 2013

3 april 2013

3 april 2013

13 mei 2013

13 mei 2013

27 mei 2013

27 mei 2013 – Foto: ©Ton Heekelaar

De eerste dag hangen nog flarden bast aan het gewei, maar na een dag of twee is het gewei helemaal schoon. Maar waarom vind je dan zelden of nooit flarden van een geveegd bastgewei?  Dat is eenvoudig te beantwoorden: omdat het hert de afgeschuurde flarden bast weer opeet.

11 juni 2013

11 juni 2013 – Foto: ©Ton Heekelaar

Zomers is de vegetatie en struiklaag uitbundig en heeft dan een relatief hoog eiwitgehalte. Dat komt het hert goed van pas om op te vetten voor de bronst (paartijd) van half september tot begin oktober. Binnen het Nationaal Park De Hoge-Veluwe begint  de bronsttijd al half augustus.
Tot slot wil ik wijzen op het hardnekkige fabeltje dat een hert er ieder jaar een gewei-end(punt) bij zou krijgen. Dat is gewoon onzin.

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2013/06/28/jagen-met-de-camera-deel-4/