Gisterenmiddag zagen we, aan de rand van een weiland bij ons in de buurt, een ietwat gedrongen, maar toch wel flinke bruine vogel op een heiningpaal zitten. Heel op z’n gemak zat hij daar, een bosuil die blijkbaar zijn dag zat te verslapen. Toen ik wat dichterbij kwam, draaide hij – zonder zijn ogen te openen – wat verveeld of hoogmoedig zijn kop opzij. Net of hij wilde zeggen: “Weer zo’n wandelaar die mijn rust komt verstoren, terwijl ik een uiltje aan het knappen ben”.
Roestplek
Bosuilen jagen natuurlijk het liefst in de schemering en ‘s nachts, overdag zitten ze op een roest(rust)plek. De ogen gesloten, want het daglicht is misschien te fel, daar komt nog bij dat hij bij het vangen van een prooi, meer op zijn gehoor afgaat. Vaak liggen onder die vaste rustplaats veel braakballen, niet verteerde botjes en haren van bijv. muizen en andere knaagdiertjes.
[slideshow_deploy id=’3417’]
Even later wilde Louis ook een foto maken van de bosuil, maar toen draaide hij z’n kop helemaal om. Nou is het wel genoeg, zal de uil gedacht hebben en bleef de wachtende fotograaf met de nek aankijken. Ze kunnen hun kop helemaal achterste voren draaien, dat hebben we ook wel vaker gezien.
Uiltje knappen
Zo schijnbaar op z’n gemak, op de heiningpaal zittend uit te rusten, knapte hij af en toe met zijn snavel. Misschien komt daar dan ook wel de uitdrukking vandaan: “hij knapt een uiltje”.
Het Van Dale Groot Uitdrukkingenwoordenboek (2006) gaat er van uit dat met uiltje wel degelijk een echte uil bedoeld is. Omdat uilen nachtdieren zijn slapen ze overdag – dat verklaart de betekenis ‘een (middag)dutje doen’.