Mijn eerste auto was een Morris Minor

De natuur heeft te lijden van de uitstoot van het vele verkeer op de snelwegen

De foto hieronder is 49 jaar geleden gemaakt in een dennenbos in de boswachterij Kootwijk. Er zijn twee dingen op de foto die opvallen: de oude auto, maar ook kale grond in het bos. Er groeide namelijk niets op de bodem van de voormalige zandverstuiving. Het zaad van de dennen ontkiemde niet en er groeide zelfs geen gras op de schrale grond. In die tijd ‘loosden’ de boeren in de Gelderse Vallei mest en gier over de landbouwgronden. De ammoniaklucht en autogassen met veel stikstof walmden door de bossen en over de heidevelden. Er ging gras (pijpenstrootje) groeien in de schrale dennenbossen en op de heidevelden. Later is van alles gedaan om de verzuring tegen te gaan: auto’s werden uitgerust met een katalisator en de mest werd geïnjecteerd in de grond. Deze maatregelen hebben vruchten afgeworpen, want de heide bij Stroe ging langzaam weer bloeien. Er kwamen weer meer adders, gladde slangen en hagedissen. Het hardnekkige gras (pijpenstrootje en smele) verpieterde. De jaren verstrijken.

bk25natmorris1

Gerrit, Dick, René, Conny en Tiny de Graaff met de Morris Minor in het voorjaar van 1966 in de boswachterij Kootwijk. Opvallend was dat er geen gras groeide in het bos en op de paden. De enorme stikstofuitstoot heeft de bosbodem later veranderd in een tapijt van gras. Het is smele dat nu bloeit – Foto: ©Gerrit de Graaff

Stikstofoverlast

De gigantische stroom personenauto’s en vrachtwagens gaat dag en nacht over de snelwegen naar Duitsland, Polen, Litouwen enz. De uitlaatgassen waaien continu door de bossen en over de velden van de Veluwe. De heide gaat weer vergrassen. Bijzondere planten, vogels en insecten verdwijnen. Afgelopen zaterdag 20 juni was er een themabijeenkomst over ‘de effecten van de stikstofoverlast’ in de werkschuur van Staatsbosbeheer. Mijn mening: wil je de natuur op de Veluwe echt sparen, dan moet het verkeer op de A1 en de A50 elk door een tien kilometer lange tunnel worden geleid, net zoals in Oostenrijk, waar ze talloze tunnels boren door de rotsen om de natuur in de dalen te sparen.

bk25natmorris3

Dinsdag 16 juni 2015: De grove dennenbossen zijn 100 jaar geleden aangeplant op het Kootwijkerzand. Tussen de bomen groeit smele – Foto: ©Gerrit de Graaff

Morris Minor

In het begin van de jaren zestig hadden we een gezin met drie kinderen. Als we ergens heen moesten dan gingen we op de motor: twee kinderen tussen ons in en het kleinste jongentje ging naar mijn moeder die naast ons woonde. Als we iets verder weg moesten of als het slecht weer was, dan leenden we de auto van mijn schoonouders, maar dat was wel eens lastig. Mijn buurman werkte bij garage Broekhuis aan de Schoutenstraat in Barneveld. In zijn vrije tijd knapte hij oude auto’s op en probeerde die te verkopen. Ik liet weten dat ik ook wel een tweedehands auto wilde. Hij zou daar naar uitkijken. Het duurde een paar weken en toen kwam hij met een aardig aanbod: een timmerman in De Glind wilde zijn Morris Minor wel verkopen. Na wat handelen moest de Morris 1100 gulden opbrengen. We hebben stukje proefgereden en waren meteen enthousiast over het ding.

Sinds 1963 heb ik een dagboek. Zo kan ik nog precies zien wanneer ik de Morris heb gekocht. Dat was op 3 augustus 1965: binnenkort vijftig jaar geleden! We hadden geweldig veel plezier van de ‘nieuwe’ auto. Ik kon er later bij wijze van spreken mee lezen en schrijven. Alle gaten in de spatborden werden gedicht met plamuur en geschilderd in dezelfde kleur.

bk25natmorris2

Zo reden we in 1965 met z’n allen op de Zündapp 500 naar de boswachterij Kootwijk, zonder helm, dat was toen niet verplicht – Foto: ©Gerrit de Graaff

Motoragent

In mei van het jaar daarop wilden we een week naar Terschelling. Zo reden we op 25 mei 1966 naar Harlingen en dan op de boot naar Terschelling. Onderweg werden we in Emmeloord aangehouden door een motoragent. Hij keek alles na en ontdekte slechte plekken in de bodem van de Morris en bij de ophanging van de veren. We mochten niet verder rijden: levensgevaarlijk! Hij liet het mij zien. Ik was zeer verbaasd. De wagen is voor vertrek nog door een monteur nagekeken… De politieman wilde uiteindelijk onze vakantie niet bederven. We mochten voorzichtig doorrijden en dan moeten we de auto naar de sloop brengen. Ja, dat doen wij, zei ik. Het wagentje reed trouwens als een trein.

Terug in Barneveld hebben we het verhaal van de motoragent aan onze buurman verteld. Hij reageerde heel nuchter: ‘niks sloop…’ Hij heeft een paar stukken plaatijzer onder de bodem gemonteerd en goed in de tectyl gezet. Precies een jaar later gingen we weer naar Terschelling en weer door Emmeloord. Het was even spannend, maar de agent op de motor hebben we niet meer gezien… Ruim drie jaar hebben we met de Morris Minor gereden.

bk25natnorris4

Vanwege de stikstofuitstoot groeien de heidevelden dicht met spontaan opgekomen grove dennetjes. Vrijwilligers halen ze weg – Foto: ©Gerrit de Graaff

Ook gepubliceerd in de Barneveldse Krant 20-06-2015 

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2015/06/25/mijn-eerste-auto-was-een-morris-minor/