De levenslange liefde van Wim K. Steffen – Deel 1

De bekende natuurfotograaf Wim Karel Steffen werd geboren op 10 november 1907 te Hellevoetsluis en overleed op 2 december 1998, hij was toen 91 jaar oud.
Graag willen wij deze bijzondere man eens onder de aandacht brengen, want ook op de Veluwe was hij zeker geen onbekende. Ten tijde van het 75-jarig jubileum van de Vereniging Natuurmonumenten in 1980 had Wil de Jong van Gelderland Nu een gesprek met hem dat wij graag onverkort aan u door willen geven.

Steffen 1

Willem Karel Steffen (1907-1982) – Foto: ©Walter de Wit

Toch zat er voortdurend een merel te fluiten

Hoe stel je je iemand voor die, wat zijn werk betreft, je al jaren vertrouwd is maar die je nog nooit persoonlijk hebt ontmoet? De prachtige foto‘s van Wim K. Steffen die je in talloze boeken over de natuur tegenkomt, verrassend volmaakt van compositie, ademen liefde en begrip voor het onderwerp: landschap, de dieren, bomen en planten. Ze hadden bij mij altijd de indruk gewekt dat ze gemaakt waren door een vrij jonge man, evenwichtig en vriendelijk. Maar de ervaring heeft geleerd dat het voor hetzelfde geld een ruwe klant of ijdele kwast kan zijn. Op weg naar De Steeg bekroop mij dan ook een licht gevoel van opwinding.

Juist door onopvallendheid

Het huis ligt geheel naar verwachting aan de rand van het dorp met het uitzicht op de glooiingen van de Veluwezoom. Binnen vallen enkele dingen op: de kasten in de hal en kamer vol stenen en mineralen en de kleurige stillevens van vazen vol wilde bloemen aan de wanden, geschilderd door de vrouw des huizes.
Maar het meest opvallend – juist door onopvallendheid – Wim Steffen zelf. Geen artistieke lokken en brede armgebaren, ook geen norse stuursheid. Inderdaad een vriendelijke, evenwichtige man, maar niet zo jong. Hij ziet er uit als een zestiger maar stelt zelf aan het begin al vast dat hij dit jaar drieënzeventig wordt. Die leeftijd betekent uiteraard een langdurige ervaring maar is geen belemmering voor een jeugdig enthousiasme en een flinke portie energie.

“Ik wil het nu wat kalmer aan gaan doen,” vertelt hij. Nog geen vijf minuten later somt hij echter op wat hij binnenkort nog allemaal gaat fotograferen: Texel, het Naardermeer, het Geuldal… en nog zo het één en ander.

Steffen 2

De Veluwezoom was zijn lievelingsgebied – Foto: ©Wim K. Steffen

Kind in de natuur

De tentoonstelling in De Steeg – zijn eerste expositie in kleur – heeft vooral het kind in de natuur als thema. Hij wil daarmee laten zien hoe belangrijk het is dat de mens al heel jong kennis maakt met de natuur. Hij weet dat uit ervaring, want als klein jongetje werd hij vaak door zijn vader meegenomen op wandelingen in en rond zijn geboorteplaats Hellevoetsluis.
“Dat was prachtig: het Haringvliet, de stranden, de slikken, de vogels. Je kon ruiken of het eb of vloed was en nu nog, als ik daar ga staan en ik doe mijn ogen dicht, dan ruik ik het…”

Eerste camera

Op zijn twaalfde jaar kreeg hij zijn eerste fotocamera maar toch zat het er niet in dat hij fotograaf zou worden. Dat gebeurde pas veel later en daar zorgden de crisisjaren voor.

Na de middelbare school ging hij werken op een scheepvaartkantoor maar tijdens de grote malaise in de jaren dertig raakte hij, zoals zovelen, zonder werk. Wim Steffen ging niet bij de pakken neerzitten en hij vond een bezigheid die aansloot bij de in zijn jeugd aangekweekte liefde voor de natuur. Jarenlang trok hij op met de jachtopzieners in het Zuidhollandse duinengebied. Hij leidde excursies, fotografeerde vogels en planten en ontmoette daar befaamde natuurbeschermers zoals Jac. P. Thijsse. Rond zijn dertigste jaar was hij dan toch beroepsfotograaf geworden. De natuurfoto‘s, voorzien van eigen teksten, werden gepubliceerd in kranten en tijdschriften en daarnaast maakte hij veel portretten.
De inkomsten waren niet al te hoog. In Nederland was in die crisisjaren geen vaste baan te vinden en dus trok Wim Steffen in 1938 naar Duitsland. Hij werkte bij fotografen in Brandenburg en Bremen maar toen de mobilisatie uitbrak keerde hij terug. Als wachtmeester van de veldartillerie maakte hij de meidagen van 1940 mee op de Grebbeberg. Een afschuwelijke ervaring. Hij wil er niet zoveel over kwijt. Alleen dit: “Als ik langs dat kerkhof kom, denk ik wel eens: daar had ik ook kunnen liggen.” En dan even later wat peinzend: “Het was wel vreemd, de kogels vlogen je om de oren en toch zat er voortdurend een merel te fluiten…”

Je leert zoveel…

Ook in de oorlogsjaren werkte Wim Steffen in Duitsland, hij kreeg moeilijkheden met de nationaal- socialisten, ging naar Oostenrijk en kwam na de bevrijding bij de Amerikanen in dienst als tolk. Teruggekeerd in Nederland kreeg hij in 1948 de kans om op het landgoed Rhederoord te gaan wonen en zelfstandig te beginnen als free-lance fotograaf. In de eerste jaren waren het vooral portretten en groepsfoto‘s, waar hij zijn geld mee moest verdienen, later werden het voornamelijk opdrachten op het gebied van industrie en architectuur.

Steffen 3

Boerenerf in de winter – Foto: ©Wim K. Steffen

Er verschenen tientallen boeken, brochures en andere publikaties met zijn foto‘s en de onderwerpen waren rijk gevarieerd: kerken, kastelen, steden, landschappen, de strijd tegen het water; maar ook zaad- broodfabrieken en een varkensslachterij. “Het leuke van dit werk is,” zegt hijzelf, “dat je zoveel leert want je komt in aanraking met allerlei mensen die veel weten.”
Maar altijd fotografeerde hij ook in de natuur. Soms in opdracht van tijdschriften, voor allerlei instanties of voor boeken, maar ook zomaar omdat het onderwerp hem boeide. Vooral het fotograferen van dieren vereist veel toewijding en geduld; lang wachten, verscholen in het bos of in een schuilhut. En vroeger toen er nog geen telelenzen waren, was het helemaal een spannende bezigheid; langzaam en doodstil naderbij sluipen en de foto maken voordat het dier wegvluchtte.

Pepermuntjes

Bij zijn werk in de natuur, het fotograferen van dieren, heeft Wim Steffen hulp van jachtopzieners en boswachters, maar soms ook komt zo’n foto op een bijzonder merkwaardige manier tot stand.
Toen hij na de stormramp van enkele jaren geleden een foto moest maken van een wild zwijn onder een omgewaaide boom, lokte hij het zwijn met een spoor van pepermuntjes tot onder de boom. Het kostte een hele rol pepermunt maar het werd wel een schitterende foto.

Steffen 4

Het pepermuntjeszwijn – Foto: ©Wim K. Steffen

Overal voor open staan

Fotograferen zoals Wim Steffen dat doet is een kwestie van zien. Juist die compositie maken waardoor het meer wordt dan zomaar een plaatje. Hoe doe je dat? “Ach,” zegt hij “je hebt natuurlijk wel veel ervaring maar toch doe je eigenlijk alles op het gevoel. Een stapje naar links, wat meer naar voren… Het lijkt wel of je van binnenuit wordt gestuurd, of je een radarapparaatje in je hoofd hebt. En je moet altijd overal voor open staan; dat is ook mijn band met de natuur. Als je harmonie en evenwicht in jezelf hebt is het heerlijk om alleen in het bos te zijn.”

Een boodschap

Dit jaar 1980 wordt Wim Steffen dus 73 jaar, maar hij denkt er nog niet aan om zichzelf te pensioneren. Wel wil hij het wat rustiger aan gaan doen en dat betekent bij hem dat hij zich bijna alleen nog wil bezighouden met de natuurfotografie. “Ik wil niet alleen kunstzinnige foto’s maken,” stelt hij vast. “Ik probeer met beelden een boodschap over te brengen en daarom laat ik gewoon zien hoe prachtig die Veluwe is”. De bezoekers aan de tentoonstelling in De Steeg zullen dat roerend met hem eens zijn.

Tekst: Wil de Jong

Eerder gepubliceerd in de Veluwenaar 10e jrg. no. 3 – juli 2002

(Wordt vervolgd)

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2015/01/30/de-levenslange-liefde-van-willem-k-steffen-deel-1/