Boswachter Folsche vertelt – Deel 1

Vader en dochter bij Staatsbosbeheer

“Ik wil ook zoals mijn vader in de bosbouw en natuurterreinen gaan werken!”

folche-3-od - kopie

Vader en dochter Folsche bekijken en beoordelen het bos – Foto: ©Archief Folsche

Er is een gezegde: “Zo vader, zo zoon!”, en dan zie je vaak dat die zoon ook daadwerkelijk in het voetspoor van zijn vader treedt. Dat een dochter dat doet en dan ook nog een beroep kiest, in dit geval dus in de natuur, mag best opmerkelijk genoemd worden. In dit artikel vertellen vader Gerrit Hendrik Folsche jr. en dochter Eveline hun verhaal.

 

folche-5-od-ml-portret

Gerrit Hendrik Folsche sr.(1895-1983) – Foto: ©Archief Folsche

In het voetspoor…

Ook Gerrit Hendrik Folsche jr. (92) is in het voetspoor van zijn vader getreden. Vader Folsche sr. Is 88 jaar geworden. Hij begon zijn loopbaan als timmerman. Vervolgens jachtopziener in het particulier bezit “Kreelse bos” ca, tevens werkte hij als bode (geldophaler) bij het ziekenfonds “Helpt elkaar” in Ede.

Na overdracht van het “Kreelse bos” aan Defensie, wat bij het Staatsbosbeheer in beheer kwam, werkte hij bij deze dienst als arbeidscontractant voor twee dagen in de week. De overige dagen (in het begin vier) bleef hij in dienst bij het ziekenfonds. Daarnaast had hij ook nog het beheer van het “Zandgat” (metselzandwinning) op de Klinkenberg. Na de Tweede Wereldoorlog werd deze afgraving verplaatst naar de Zonoordlaan en de locatie op de Klinkenberg werd het huidige Openluchttheater.

Naast al deze werkzaamheden was hij tevens van 1919 tot 1969 als Buurtscheuter (toezichthouder) in dienst van de “Buurt Ede-Veldhuizen” voor 10 gulden per jaar. De voornoemde werkzaamheden moest hij wegens sterk aflatende gezondheidsredenen in 1950 beëindigen. Voor de “Buurt Ede-Veldhuizen” ging hij nog 19 jaar door.
Naast dit zeer arbeidzaam leven moest hij in de weinig beschikbare vrije tijd, voornamel avonden en feestdagen nog zorgen voor de levende have thuis, zoals varken , eenden, kippen, konijnen en hondenkennel (herders) en het kweken van groenten, aardappels etc. in de “Hof”. Volgens huidige begrippen is het mijns inziens en vele andere geschetste arbeidzaam leven moeilijk te bevatten.

 

folsche003-beste - kopie

De jonge boswachter Gerrit Folsche op de fiets en zijn hond in rugzak – Foto: ©Archief Folsche

Rationalisatie

Al voor de Tweede Wereldoorlog werkte de heer Folsche bij het Staatsbosbeheer om later als voorwerker, bosbaas, bosbouwkundig ambtenaar en de laatste jaren als hoofd-assistent A. Hij had het beheer over de Boswachterij “Kreelse bos”, en terreinen van militaire objecten in Ede en op Vliegveld Deelen.

Later was hij werkzaam bij de afdeling Rationalisatie, waar hij na een opleiding op scholen in Duitsland en Zweden, belast werd met de opleiding van de mensen die in de bosbouw werkten en hun vakdiploma wilden halen. Dat was op de Bosbouw Praktijkschool in Schaarsbergen waar Folsche gastleraar was, tevens was hij belast met de nascholing betreffende personen in de diverse beheersobjecten in het hele land.
Door invoering van de rationalisatie kon men hen betere gereedschappen en werktuigen uit Zweden en Duitsland bezorgen met de daarbij behorende arbeidsmethoden en technieken. Mede hierdoor kon men het zware boswerk met veel minder moeite uitvoeren. Dit had een tweeledig voordeel; minder vermoeiend voor de werknemer maar ook meer productie voor de beheerder. Ook werd één keer per week bedrijfsgymnastiek gegeven, afgestemd op de werkhouding van de mensen.

item_52333

Kasteel Groeneveld te Baarn – Foto: ©Staatsbosbeheer

Eigen uitvinding

Er werd vroeger ook veel in zogenaamd “akkoord” (aangenomen werk) gewerkt, onder redelijk gemeten tarieven. Al met al was dit voor de gemotiveerde werknemers stimulerend werk met een betere beloning.

Een grote hobby van de heer Folsche was; was tevens te zoeken naar nieuwe en het verbeteren van bestaande hulpmiddelen.

Ook het geheel zelf ontwikkelen van diverse hulpmiddelen zoals o.a; een stoksnoeizaag, prunustrekker en sproeier, uitsleeptang, vuurslede, plant, plekkenhak en bijlmal, waarvan enkele nog steeds onder zijn naam in de handel zijn. Rijk is hij er niet van geworden, aangezien anderen met deze uitvinding op de loop gingen.

Groeneveld

Na veertig dienstjaren verliet hij de dienst bij Staatsbosbeheer op 62 jarige leeftijd. Hierna heeft hij nog heel lang gewerkt aan de oprichting van het “Bosbouwmuseum” op kasteel Groeneveld in Baarn. Dit werk bestond voornamelijk in het verzamelen van oude bosbouwwerktuigen en gereedschappen en het herstellen en registreren hiervan.
Ook voor de “Buurt Ede-Veldhuizen” heeft hij 25 jaar lang als buurtscheuter (opzichter) gewerkt, hierin volgde hij zijn vader op. Deze taak is in 2006 door zijn dochter Eveline overgenomen.

 

F-folche-1-od-a - kopie

Door de bomen het bos blijven zien, dat is de passie van elke boswachter. Zo ook van vader en dochter Folsche – Foto: ©Archief Folsche

De roep van het bos

Eveline Folsche (49) was als klein meisje al zeer geïnteresseerd in de natuur de flora en fauna en wist al vroeg wat ze wilde worden en dat was werken in bos en natuurterreinen. Toen het zover was en ze in de bosbouw aan de slag wilde, was dat toendertijd erg moeilijk.

Mannenwereld

De bosbouw was echt een mannenwereld, dus kon ze het op dat moment wel vergeten. Zo maakte ze nog wel eens de opmerking tegenover haar vader: “Eigenlijk had ik een jongen moeten zijn!”

Noodgedwongen ging ze toen maar in de ziekenverzorging werken en later na een opleiding als etaleuze. Maar echt met veel plezier deed ze dit werk niet, de roep van het bos bleef klinken.

 

Van bosarbeider tot bosopzichter

Daarom besloot ze in 1991 (toen wel mogelijk via het leerlingstelsel) om als bosarbeider te gaan werken. Zo werkte ze bij het Bosbedrijf in Ede en het Lunterse Buurtbos, daarnaast volgde ze een opleiding bij de Bosbouw Praktijkschool in Schaarsbergen. Door Staatsbosbeheer werd bij wijze van proef een cursus gestart met twaalf vrouwen de eerste lichting V.O.I.O.S. (vrouwelijke opzichters in opleiding). Hiervoor kwam ook Eveline Folsche in aanmerking en deze opleiding werd ook door Staatsbosbeheer bekostigd.

Na deze opleiding met succes te hebben afgesloten, werd zij te werk gesteld als opzichter in Friesland en later als opzichter-beheerder in de beheerseenheid “Rijk van Nijmegen-Zuid”. Dit werk omvat de dagelijkse leiding in “Overasselt” en “Haterse vennen”, “Boswachterij Groesbeek” en de uiterwaarden langs de Maas en de Waal, bij elkaar zo’n 2800 hectare.

teamfoto5

Het team Rijk van Nijmegen, tweede van rechts is Eveline Folsche – Foto: ©SBB

Tenslotte…

Zo is Eveline Folsche in haar vader en grootvaders voetsporen getreden en daarmee ging een lang gekoesterde wens in vervulling.
Momenteel zijn er veel vrouwen met succes werkzaam in de bos en natuurterreinen van o.a. Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Geldersch Landschap, particulieren en gemeenten.
Dit is in tegenstelling tot vroeger, de gewoonste zaak van de wereld en worden vrouwen in deze voornamelijk mannenwereld geaccepteerd.

©Getekend:

Gerrit H. Folsche en Eveline Folsche

 

Lees ook:  De boswachter vertelt – Deel 2

********************************************************************************************************************************

Noot van de redactie:

Het Bosbouwmuseum in Kasteel Groeneveld is helaas opgeheven, maar gelukkig is een groot deel overgeheveld naar Kasteel Doorwerth. Lees ook:  Schenking aan Nederlands Jachtmuseum

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2014/12/04/vader-en-dochter-bij-staatsbosbeheer/