Zwervende schaapherder Willem Koestapel – Deel 4

Nog even zijn we met Koestapel die 74 jaren doorgegaan

willem sigaar

De krasse scheper in weer en wind

De krasse scheper herinnert zich nog vrijwel alle bijzondere gebeurtenissen, vooral over de beide wereldoorlogen, niet uitgepraat.

Zijn zwerftochten door alle provincies van Nederland, waar maar gras of heide groeit, zijn – althans voor ons – geschiedenissen vol avontuur. Het leven van een trekker boeit iedereen en altijd, en dit was pas trekken.

Vliegvelden

Voetje voor voetje ging Koestapel voort met zijn kudde en hond. Over eindeloze vlakten, maar ook over bruggen, grote verkeerswegen, dorpen en steden.

Jarenlang heeft Koestapel op vrijwel alle vliegvelden van Nederland ‘geheud’. Meestal was hij welkom. Zijn schapen haalden het gras van de vlakten en lieten er mest achter.

 

Terug!

Maar die kleinzielige behandeling op de Afsluitdijk vergeet hij niet licht. Tien kilometer was hij al gevorderd, toen wegwerkers hem staande hielden. “Terug”!
Koestapel reageerde vrijwel niet. Uitsluitend met een: “Terug ga ik niet, wat wil iej, links en rechts is de zee?”
Er kwamen marechaussees aan te pas en tenslotte veewagens, die Koestapel en zijn kudde naar Bolsward brachten. Koestapel kan heel simpeltjes doen, vreemd soms misschien tegenover hen, die hem niet kennen, maar zijn visie is scherp, zijn zakelijk inzicht en berekening niet voor de poes. Toen zijn schapen in de veewagens gingen, dacht hij; dat kan wel eens op betalen aankomen.
Terwijl de mannen van de wet bezig waren met inladen, trok de scheper stilletjes één van zijn vele sokken uit en stopte daarin zijn portefeuille met het geld van vele jaren wolproductie. Die sok met geld bond hij met een touw onder de buik van een zware ram. Tot vandaag de dag beweert die politieman die hem de schade presenteerde en hem zelfs meenam naar het bureau, dat die arme herder geen cent op zak had. Wat nog waar was óók…..

 

DSCN6128

De herder in z’n rieten armstoel

Maatregelen

Koestapel kan zo, onderuit in zijn rieten armstoel nog wel plezier beleven met de herinnering. Maar zijn vuisten ballen zich nog samen als hij vertelt van de ‘moffen’, die hem zijn lammeren afnamen.

En waarover hij ook slecht te spreken is? De maatregelen van de toenmalige minister Posthuma, die de klad in de schapenmarkten gooide, omdat er zogenaamd een besmettelijke ziekte onder de schapen heerste. Nonsens, vindt Koestapel, ‘flauwe kul’. Koestapels schapen zijn kerngezond. En als er eens eentje ziek wordt, geneest hij het zelf wel met kruiden die hij zelf verzamelt in de natuur. De smeerseltjes van anderen met wat van dit en dat en wat ‘rukerieën’ heeft hij niet hoog.

 

DSCN6125-dr

Koestapel met zijn kudde in de winter

Barre winter

“Herinnert u zich nog een barre winter in die 74 jaar, waarin u wel gedwongen was binnen te slapen?”
Even denkt Koestapel na. Wat is bar voor hem, de man die 24 uur van de dag buiten is.
“O ja, dat was de Kersemis van 1914”. Toen Koestapel op een morgen wakker werd, lag hij dik onder de sneeuw. Zijn sokken en broeken waren vastgevroren aan z’n klompen. Maar dat was ’t ergste niet, de schapen waren weg, ingesneeuwd. Met prikstokken heeft hij ze moeten terugvinden onder de opgejaagde sneeuwhopen. Overigens had hij die nacht heerlijk geslapen. Hij werd die morgen ontdooid bij een boer, die zich het lot van de scheper zó aantrok, dat Koestapel – of hij wilde of niet – de volgende nacht binnen moest slapen. “Ja, dat was voor ’t eerst in een bed, ja… ja… met een kussen met zoe’n bietje van die kantjes er umme heen…..”

Eenzaam?

Kostelijk zijn de verhalen van onze Willem uit zijn eerste schepersjaren, toen men zei, dat er een wagen rijden kon zonder peerden. Dat kon niet bestaan, maar ja hoor, op zekere dagen tufte er warempel zo’n ding de kudde voorbij…..
En dan die verhalen uit de Tweede Wereldoorlog, toen Koestapel voor een Duitse spion werd aangezien en uit de Eerste Wereldoorlog toen men hem op een geven moment voor een ‘Bels’ (Belg) versleet.
“En… Koestapel, hebt u zich wel eens eenzaam gevoeld op die lange tochten?”
“Eenzaam? Een domme vraag, ik had een hond en tweehonderdvuuftig schapen bie mie!”
“Weer zoiets geks, ik nooit, maar jullie ben gek met je haast. Jullie maken de problemen!”
Laat in de avond reden we terug naar Apeldoorn. Het verhaal van Willem Koestapel moet in de krant. Eerst schrijven, dan zetten, drukken… ’t Werd laat en voordat we het wisten, wees de kilometerteller over de honderd. Problemen… haast… ons dagelijks menu.

 

rozeboom leest voor

De herder en de nieuwslezer

Gelukkig mens

Problemen… haast… Koestapel weet nauwelijks wat het zeggen wil.
“Ik bin een gelukkig mens”. Over deze zin hebben we lang nagedacht. Van anderen hebben we wel eens over deze man in lompen horen zeggen: “Tragisch eigenlijk”.

Tragisch… dat is óns leven, vindt Koestapel. “Och Rozeboom, lees mie nog effe veur…” Dat is waar ook, de nieuwslezer was nog niet klaar. Hij had door ons bezoek bijna twee belangrijke rubrieken vergeten: “Gevonden voorwerpen en de Wekkertjes (afdeling “Te koop aangeboden”).

Lees ook: 

Zwervende schaapherder Willem Koestapel – Deel 5

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2014/10/10/zwervende-schaapherder-willem-koestapel-deel-4/