De Bakermat

In de voormalige proeftuin van de Luntersche Tuinbouw Vereeniging staat een kunstwerk in de vorm van een bijenkorf. Het staat er ter nagedachtenis aan de oprichting van de Lunterse imkervereniging ‘De Bakermat’.

Het kunstwerk (foto: archief JGS)

Het kunstwerk  – Foto:  ©Jac. Gazenbeekstichting

De voormalige proeftuin is door een groepje enthousiaste jonge Lunteranen omgetoverd tot een parkje genaamd de ‘De Appelhof’ en is voorzien van enkele bijzondere Lunterse hoogstamrassen zoals de Lemoenappel, de Luntersche Pippeling, natuurlijk de Notarisappel, de vrij onbekende Luntersche Precent en de zeldzame Florisappel.

Omstreeks 1800 was het in Lunteren behelpen.   Met name de kleine keuterboeren hadden moeite om een beetje brood op de plank te krijgen.   De Lunterse notaris Van den Ham bedacht, met enkele andere Lunterse notabelen, dat de bijenteelt wel geschikt was voor de kleinere boeren in de streek. Om die teelt te stimuleren werd in 1897 de Vereeniging tot behoud der Bijenteelt in Nederland (de eerste bijenteeltvereniging van Nederland) opgericht.
Van den Ham was één van de mannen van het eerste uur.  Ook het Ministerie van Binnenlandsche Zaken zag de voordelen van die vereniging in.  Op 11 mei 1898 werd de voorzitter van de vereniging dan ook uitgenodigd voor een gesprek over subsidie op het ministerie. De uitnodiging voor dat gesprek (klik om te bekijken) is bewaard gebleven.

BoekAalbert van Schothorst was dé korfimker van de negentiende eeuw.
Hij woonde op ’De Kreyenspraak’ een eeuwenoude boerenhoeve onder de Valk  in het oosten van Lunteren,  net ten noord-oosten van de Lunterse zandverstuiving.
Van Schothorst was een fervent imker.     Bij het Bijenhuis in Wageningen is een boek verkrijgbaar waarvan een belangrijk deel uit de oorspronkelijke tekst van Van Schothorst bestaat    In het boek komt de korfteelt in alle facetten aan bod.   Ook staat er veel in over hoe men toen, dik honderdvijftig jaar geleden, aankeek tegen een bijenvolk.
Van Schothorst was begenadigd met veel gevoel voor de imme (=bijenvolk).
In het boek staan ook tal van imkerwijsheden en oude inzichten die nu vergeten dreigen te worden.   Daarnaast bevat het boek een aantal anekdotes van de auteur J.J. Speelziek. Die gaan niet over Van Schothorst maar over de korfimkers uit de 20e eeuw.

.
Aalbert van Schothorst was medeoprichter van de Lunterse imkervereniging ‘De Bakermat’.   Die vereniging werd opgericht in 1899 en kwam voort uit de Vereeniging tot behoud der Bijenteelt in Nederland.   Ook notaris Van den Ham, die zelf een bijenstal van zo’n tachtig korven had, was één van de oprichters.  De honing uit de Lunterse imkerij bleek een welkome aanvulling op het schamele inkomen van de kleine keuterboeren.   Naast appels, peren en bijen was van den Ham geïnteresseerd in frambozen.   De arbeidsintensieve cultuur daarvan leek hem zeer geschikt voor kleine hofsteden met grote gezinnen.
In de omgeving van Lunteren bleken de frambozen het uitstekend te doen.  Frambozen en zwarte- en rode bessen uit Lunteren werden zelfs enige tijd geëxporteerd door de vruchtenfabriek ‘De Geldersche Vallei’.  In 1874 maakte het “kinderwetje van Van Houten”, dat kinderarbeid verbood, een einde aan de frambozencultuur.  De notarissen Wilbrink en Dinger en de heer B. Wigman Sr.  zetten later het, voor Lunteren en haar landbouw, belangrijke werk voort.

Bijenkorven aan de bosrand - Foto: ©Jac. Gazenbeek

Bijenkorven aan de bosrand – Foto: ©Jac. Gazenbeek

Over B. Wigman Sr.  is niet veel bekend. Zijn werk voor Lunteren en de agrarische gemeenschap op de Neder Veluwe en in de Gelderse Vallei was echter van groot belang. Daarom maakt ik even een zijstapje. Ik zei het al jaren geleden en ben nog steeds van mening dat er in Lunteren een straat naar hem genoemd moet worden.

B. Wigman Sr. was Hoofd van de Openbare school naast de Oude Kerk in Lunteren en later directeur van de Wageningsche Boek- en Handelsdrukkerij nv.   Dat bedrijf was uitgever van het, toen, bekende “Neder Veluwe” en andere streekbladen waarin Wigman vele bijdragen schreef op landbouwkundig gebied.   Hij voelde zich betrokken bij de arme boerengemeenschap en deed alles wat in zijn vermogen lag om hun erbarmelijke situatie te verbeteren.  Ook was hij jaren achtereen – sinds de oprichting in 1917 – voorzitter van de raad van toezicht op de Boerenleenbank te Lunteren.  Na zijn overlijden in 1943 opgevolgd door zijn zoon Hendrik Jan.
Hij was ook voorzitter van de afdeling Lunteren van de Gelders-Overijsselse Maatschappij van Landbouw en van de Wageningsche Veilingsvereeniging.
Gewoon bestuurslid was hij van o.a. de vereniging Cooperatieve Stoomzuivelfabriek Concordia,   de Luntersche Tuinbouw Vereeniging,   het Groene Kruis,   de Lagere Landbouwschool te Barneveld enz.
De landbouw in midden Nederland heeft veel aan B. Wigman Sr.  te danken.

In de proeftuin van notaris Van den Ham, de huidige Appelhof, gelegen aan de Roskammersteeg zien we de vier oprichters van de Luntersche Tuinbouw Vereeniging en De Bakermat. V.l.n.r. de notarissen Dinger, Wilbrink, Van den Ham en wethouder Aalbert van Schothorst (Foto: Archief JGS)

In de proeftuin van notaris Van den Ham, de huidige Appelhof,
zien we de vier oprichters van de Luntersche Tuinbouw Vereeniging en De Bakermat. V.l.n.r. de notarissen Dinger, Wilbrink, Van den Ham en wethouder Aalbert van Schothorst – Foto: ©Archief Jac. Gazenbeekstichting

Bijenteelt

Toen de Vereeniging tot behoud der Bijenteelt in Nederland werd opgericht werd B. Wigman Sr. belast met het secretariaat. Bij het aftreden van notaris R. Dinger volgde hij deze op als voorzitter van de ‘vereniging’. Hij vervulde al deze functies uitmuntend.

De Lunterse fruitculturen met de omringende heidevelden waren een perfecte omgeving voor bijenteelt.   Het houden van bijen werd populair onder de boeren vanwege de kans op een prima bijverdienste.  Niet alleen honing maar ook de bijenwas werd gebruikt op de boerderij. Het werd zelfs gebruikt voor verlichting.

Tijdens de tweede wereldoorlog werden goederen en diensten geruild tegen honing.  Het wintervoer voor de bijen was suiker.   In de oorlog werd dit gesubsidieerd.   Die gesubsidieerde suiker was ongeschikt voor menselijke consumptie omdat de suiker gedenatureerd werd door er kleine norit (actieve kool) deeltjes doorheen te mengen. Die norit deeltjes konden echter uit de suiker gehaald worden en om te voorkomen dat de suiker opnieuw verkocht werd verving men de norit deeltjes door, het toen, onverwijderbare oxalaat.

Na de oorlog werd, door komst van de kunstmest, de noodzaak van de bijenteelt op de arme Veluwse zandgrond steeds minder.  Doordat ook nog eens de prijs van suiker steeg en de import van de goedkopere buitenlandse honing toenam waren er steeds meer imkers die het arbeidsintensieve bijenhouden en hun korven en kasten aan de wilgen hingen.  De liefhebbers hielden de bijen alleen nog maar voor de hobby.

De bijenkorf in de Appelhof en het siersmeedwerk van de Lunterse smid P. Jongbloed herinneren ons nog aan deze tijd.  Ook de naam Immenweg herinnert ons aan de tijd dat men, met vastgebonden korven op de platte krui, die vaak vanaf de onbeschilderde handvatten voorzien was van een lederen riem die men om de nek kon doen, de vele immenwegen richting de Lunterse heidevelden bewandelde.

Er valt ongetwijfeld nog veel meer te vertellen over de Lunterse imkerij, haar bijenvolken en haar geschiedenis. Wellicht komen we er in een later stadium op terug.

Tijdens de Oud Lunterse Dag van 1999 worden Rien en Eva van Dijk ingewijd in het moeilijke werk van korven vlechten door de voorzitter de heer De Koning

Tijdens de Oud Lunterse Dag van 1999 werden Rien en Eva van Dijk ingewijd in het moeilijke werk van korven vlechten door de heer De Koning

Laten we het belang van de Lunterse bijenteelt doorgeven aan onze jeugd. Het is zeker de moeite waard.
Lunteren is letterlijk en figuurlijk ‘De Bakermat’ van de Nederlandse imkerij.

*******************************************************************************************************************************

MiddelpuntMiddelpunt van Nederland

Toen Ir. B. Wigman Jr. directeur van de  VVV  was, ‘vernam hij van een oude boer’, dat er op de top van Lindeboomsberg van oudsher tot circa 1935 drie grote kalender- of zonnewendestenen hadden gelegen.     De ene zijde van de stenendriehoek had naar het noordoosten – waar de zon op de langste dag opkomt – gewezen,  de andere zijde naar het zuidoosten, waar de zon op de kortste dag opkomt.   Ook had ‘de boer overgeleverd’ dat de Lindeboomsberg het middelpunt van Nederland was met evenveel land ten noorden en ten zuiden ervan en evenveel land ten oosten en ten westen. (Dit was voor de drooglegging van de IJsselmeerpolders).  Lunteren was het  midden  van Nederland ! Geniaal.

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2014/03/04/de-bakermat/