In het spoor van de vos

Vossenspoor

Het vroege voorjaar is aangebroken en de donkere tijden voor de natuur zijn voorbij. Maar de avonden zijn nog koud dus de open haard maakt zijn uren nog.  Hier, in het kleine oude boswachtershuisje,aan de bosrand langs het Mossels zandpad is het vredig en stil.  Het opgedroogde brandhout knapt in het brandende haardvuur.
De luiken van het knusse oude huisje zijn gesloten om de kou te verdringen.  Ik lig, onderuit gezakt op de bank, een boek te lezen over vossen die de passie preken. Een lekker glas wijn en een stukje kaas er bij met op de achtergrond het knappende vuur.   De poes ligt er vredig bij te snorren.

.

De koude weerhoudt me niet om te gaan.   Terwijl menigeen van zo’n romantische sfeertje op de bank zou blijven genieten, begeef ik mij langs duistere wegen en paden op zoek naar een vos.  Vossen hebben geen tijd voor het open haardvuur want hongerige magen moeten worden gevuld.

Rustig en behoedzaam sluip ik over de oude verlaten zandweg door het stille voorjaarsbos. De rand van het bos is in witte nevelen gehuld.  Langs half dichtgegroeide wildpaadjes.  Boven op een liggende boomstronk heeft de vos zijn uitwerpsel gedeponeerd.  Hij heeft er zijn territorium mee afgebakend.   Als hij zijn drol op een wat hoger plekje deponeert zal de geurt  beter door de wind worden meegenomen.  Zo kunnen binnendringers en potentiële concurrenten in ieder geval ruiken dat ze een bestaand territorium betreden.

tekst

Vroeg in de avond op pad (Foto: Roel van Ekeris)

Veel mensen denken dat er veel vossen voorkomen op de Veluwe.   Maar dan wordt uit het oog verloren dat het doorgaans arme bossen zijn op zandgronden waar weinig voedsel te halen valt.   De vos moet dus al vroeg in de avond op pad om zijn honger te stillen in een verlaten bosgebied.   En ik… ik loop in gedachte met hem mee.
Op zoek naar onoplettende dieren, zieke dieren, zwakke dieren of kadavers.   Wellicht zijn er ergens nog wat bessen nog niet opgepeuzeld of misschien zijn er nog wat insecten te vangen, die zich minder goed verstopt hebben onder het rottende hout.   Door de achteruitgang van de konijnenstand is het leven van de vos niet makkelijker geworden.  Op de Veluwe bestaat zijn voedsel nu voor een belangrijk deel uit muizen.
Behoedzaam zoek ik naar de muizenrijke plekjes in het bos.  Een spechtensmidse bijvoorbeeld, dat is een vaste boom waar de grote bonte specht telkens terugkomt om in een gaatje van de stam een dennenappel vast te zetten en die vervolgens te ontdoen van de zaden. De verbruikte dennenappel gooit hij steevast op de grond zodat daar een behoorlijke hoeveelheid dennenappels komt te liggen.

De muizen weten dat…………. maar de vos ook.   Plekjes om in de gaten te houden dus.   De vos zal op zijn tocht ook dood hout bezoeken om te kijken of hij daar kevers kan bemachtigen. Misschien zijn er zelfs muizen te vinden die ook op kleine kevers of spinnen jagen.   Hij zal op zijn tocht door het bos regelmatig urineren of zijn geursporen afzetten om daarmee zijn territorium te markeren voor andere vossen.    Naarmate hij dichter bij zijn slaapplek komt zal hij meer sporen afzetten.    Op die manier beschermt hij zijn plek tegen ongewenste soortgenoten.

Ook zal hij zoeken onder lage dennetjes, waar nog wel eens zieke of verzwakte vogels tussen kruipen om beschutting te zoeken tegen de kou.    De vos weet dat.     Maar hij zal zeker op zoek gaan naar plekken waar wilde zwijnen met jongen zitten.   Want als een slimme vos de kans krijgt zal hij het niet nalaten een jonge big te pakken. Moeder zwijn is daar zeker wel alert op dus het zien van een big is geen garantie op een overvloedig maal.
Een vos is geen voedselspecialist maar een onbehouwen jager.    Ook het zogenaamde “muizen” gaat lang niet altijd goed.   Kortom, om te overleven moet de vos gewoon alles pakken wat hem voor de bek komt . En als zijn buikje vol is dan kruipt hij in zijn hol.

Vossenhol (Foto Louis Fraanje)

Vossenhol (Foto Louis Fraanje)

Een vossenburcht is meestal goed te herkennen. Een vos is geen goede graver en vaak gebruikt hij een verlaten konijnenhol dat hij dan verder uitgraaft.   Het zand hoopt dan meestal voor zijn burcht op terwijl een das het meestal opzij van zijn burcht wegwerkt.

Soms woont de vos in een niet belopen pijp van een dassenburcht.   De das is daar niet blij mee omdat de vos erg slordig is. (Daar komt het woord “sloddervos” vandaan.)   De vos laat vaak etensresten rond zijn burcht slingeren en dat gaat stinken.     De vos is een mieters mooi dier waar doorgaans goed mee te leven valt, mits men maar de juiste voorzorgsmaatregelen neemt om schade te voorkomen. Tegenwoordig komen er ook meer en meer stadsvossen voor, dat is veelal te wijten aan ons menselijke gedrag.

Mijn tocht door het schemerige en donkere bos was fascinerend en heb genoten van het speuren naar mijn vos.
Mijn lichaam is koud geworden maar mijn geest is gevuld met de warmte die de natuur mij weer geboden heeft.
Nog een paar honderd meter over het zandpad en dan ben ik thuis  Mijn huisje ligt er stil en verlaten bij.  In de tuin zie ik sporen van een ree.   Binnen warm ik mij aan het nasmeulende haardvuur en een Jagermeister om zo ook de inwendige mens weer op temperatuur te krijgen.
Dan wordt het tijd om mij naar mijn eigen “vossenhol” te begeven.  Daar kan ik mijn tocht door het winterse revier herbeleven in de natuurlijke droom van de nacht.

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2014/03/01/in-het-spoor-van-de-vos/